Buitenland

Een christelijke dekmantel voor Hezbollah

Is het politieke bedrijf in Libanon een soap? Het heeft er alle schijn van. Want waarom zou een christelijk leider een relatie met de sjiitische Hezbollah aangaan en daardoor verdeeldheid zaaien in het christelijke kamp? Maar terwijl een soap bedoeld is voor publiek vermaak, gaat het in Libanon uitsluitend om de macht.

6 February 2009 16:50Gewijzigd op 14 November 2020 07:15
Het winkelaanbod in het centrum van de Libanese hoofdstad kan dat van grote steden in West Europa evenaren. Dure kledingmerken hebben elk een eigen vestiging. Tussendoor zijn er trendy restaurants. Op straat lopen amper vrouwen met een hoofddoekje, maar z
Het winkelaanbod in het centrum van de Libanese hoofdstad kan dat van grote steden in West Europa evenaren. Dure kledingmerken hebben elk een eigen vestiging. Tussendoor zijn er trendy restaurants. Op straat lopen amper vrouwen met een hoofddoekje, maar z

Wie voor de eerste keer Libanon bezoekt, wordt aangenaam getroffen door de atmosfeer. In het oosterse land wordt de islam niet als een verstikkende deken ervaren. In het straatbeeld van Beiroet staat naast iedere moskee een christelijke kerk. En die kerk is niet gesloten of verworden tot een ruïne. Nee, de deuren staan wijd open en er worden diensten gehouden.Het winkelaanbod in het centrum van de Libanese hoofdstad kan dat van grote steden in West-Europa evenaren. Dure kledingmerken hebben elk een eigen vestiging. Tussendoor zijn er trendy restaurants. Op straat lopen amper vrouwen met een hoofddoekje, maar ze gaan volgens de laatste mode gekleed. „Maar vergis je niet. Die vrouwen denken heel traditioneel. De buitenkant mag modern zijn, in hun opvattingen zijn ze heel behoudend”, zegt Andrew Wander, journalist van de Daily Star, een Engelstalige krant in Libanon.

„Trek niet te snel je conclusies bij alles wat je ziet in Libanon”, luidt het advies van de journalist. „Dat geldt voor het dagelijks leven, maar ook voor de politiek.” In feite trapt Wander een open deur in, want voor elk land geldt dat je bij de politiek achter de schermen moet kijken voor wat er zich werkelijk afspeelt. „Ja, maar bij Libanon geldt dat in veel sterkere mate. Libanon is werkelijk een gecompliceerd land.”

Die woorden zullen vaker in gesprekken langskomen. Jorine Busstraan, een Nederlandse die al jaren in Libanon woont, voegt er zelfs aan toe: „En als je denkt dat je het begrijpt, begrijp je er eigenlijk niets van. Ik heb het gehad dat ik op de radio iemand het politieke gebeuren hoorde uitleggen. Dan denk je: „Nu begrijp ik het.” Maar even later gebeurt er iets waardoor de verwarring alleen maar toeneemt.”

Verwarring
De man die vooral voor verwarring zorgt is generaal Michel Aoun. De christelijke leider die tijdens de Libanese burgeroorlog (1975-1990) voorop ging in de strijd tegen Syrië verbaasde vriend en vijand door in 2006 een akkoord te sluiten met de door Syrië gesteunde sjiitische organisatie Hezbollah. De ontsteltenis was compleet toen december vorig jaar de voormalige legercommandant een bezoek bracht aan Damascus. Daarmee voltooide de Libanees-christelijke leider zijn transformatie tot bondgenoot van Damascus en van de pro-Syrische Hezbollah.

„Aoun is gek”, zegt George kort en bondig als hem wordt gevraagd hoe hij over de christelijke leider denkt. George ruilde in 1966 Libanon in voor Koeweit, waar hij ging werken in de oliebusiness. Halverwege de jaren tachtig vertrok hij met vrouw en kinderen richting Verenigde Staten. Daar bouwde hij voor zijn gezin in alle rust en vrede een bestaan op. Sinds vorig jaar zomer is George met pensioen en is hij bijna continu te vinden in Beiroet, bij zijn broers en neven. „Libanon is mijn land. Hier liggen mijn wortels en hier wil ik worden begraven. Tot mijn dood zal ik vechten voor mijn land en mijn geloof.”

Volgens George hebben de Libanese christenen het meest te duchten van de moslims en dan met name van de sjiitische Hezbollah. Zijn neef John, bij wie George vandaag logeert, is het van harte met hem eens: „Als ik kijk naar de christenen in Irak, houd ik mijn hart vast voor wat er met ons in de toekomst gebeurt. Ik voorzie dat wij op termijn tweederangsburgers worden, net als onder de Ottomanen.”

„Dan kun je twee dingen doen”, reageert George. „Je kunt met de armen over elkaar gaan zitten en zeggen: „De sjiieten doen ons kwaad.” Maar heb je dan recht van spreken als je nooit hebt geprobeerd er iets aan te veranderen? Kijk, je kunt ook wat doen.”

Zijn neef reageert instemmend. „Ja, we moeten iets vinden waardoor we hier nog 20 tot 25 jaar kunnen leven.”

„Dat is toch geen oplossing, 20 of 25 jaar”, zegt George direct. „Libanon is ons land. Hier horen we thuis. Misschien kunnen we een bemiddelende rol vervullen tussen de soennieten en de sjiieten.”

En net als Aoun een akkoord sluiten met de sjiitische Hezbollah?
George: „Dat nooit. Aoun krijgt geld van Iran, anders doe je zoiets niet. Straks bij de verkiezingen krijgt hij ook mijn stem niet. Ik wil niemand dekken die zichzelf en de christenen uitlevert.”

Evenwicht
Prof. dr. Habib Malik breekt voorzichtig een lans voor Aoun. Malik, als historicus verbonden aan de Libanees-Amerikaanse universiteit in Beiroet, woont naast Aoun op een berg buiten Beiroet. „Als Aoun zijn toilet doortrekt, hoor ik dat”, zegt Malik gekscherend. Maar dan serieus: „Het is allemaal te negatief. Wij kunnen hier zitten en praten over generaal Aouns gebreken. Laat ik direct toegeven dat hij die heeft. De man is niet volmaakt, maar als ik om me heen kijk ben ik ook niet onder de indruk van andere christelijke leiders. Zij hebben net zo grote of zelfs nog grotere tekortkomingen. Dat herinnert mij aan wat Churchill over democratie zei. Ze vroegen hem wat hij van de democratie vond. Churchill antwoordde: „Democratie is een beroerd regeringssysteem.” Vervolgens somde hij de gebreken op en zei: „Aangezien we niet in de hemel zijn, zijn alle alternatieven slechter. Dus kies ik de minst slechte en dat is democratie.” Dat geldt min of meer ook voor Aoun. Omdat de christelijke leiders Geagea en Gemayel echt slecht zijn en Aoun goed lijkt in vergelijking met hen, kies ik voor hem.”

Volgens Malik probeert Aoun een machtsevenwicht in Libanon tot stand te brengen door zich aan te sluiten bij de sjiieten. Malik: „Toen Aoun in 2005 na een ballingschap van vijftien jaar terugkeerde in Libanon zag hij dat de soennitische Hariri’s gesteund door de Verenigde Staten en door de Saudiërs en hun geld Syrië eruit wilden werken. De Hariri’s konden dan zelf alles overnemen. Aoun konden ze niet gebruiken, want die begon over het aanpakken van de corruptie. Geen enkele politicus wilde dat horen. Vervolgens probeerde Aoun een soort evenwicht tot stand te brengen in de Libanese politiek en verbond zichzelf aan de sjiieten.”

Dat heeft veel weg van een pact met de duivel.
Malik: „Het is een gevaarlijk spel dat Aoun met Hezbollah speelt, want Hezbollah is tot de tanden bewapend en heeft een andere agenda. Aoun mag dan slim zijn, maar het is de vraag of hem dit niet uit de hand loopt. Mensen zijn op Aoun afgestapt en zeiden: „Wat doe je? Je geeft Hezbollah een christelijke dekmantel? We hadden de sjiieten bijna volledig geïsoleerd en nu breng jij ze weer tot leven.””

Volgens Malik kan men op drie manieren met Hezbollah omgaan. „De eerste is ze te vernietigen, maar zelfs Israël kon dat niet in 2006. De tweede optie is Hezbollah isoleren, maar dat lukt niet omdat de groep te machtig is en de hele sjiitische wereld achter zich heeft staan. Blijft over de derde optie: op de een of andere manier een akkoord met ze sluiten. Dat is wat Aoun deed. Als je kijkt naar de toon die Hezbollah sindsdien aanslaat doet Aoun het zo gek nog niet.”

Malik benadrukt nogmaals dat Aoun niet volmaakt is. „Maar hij is nog altijd beter dan sommige christelijke leiders. die alle schaamte verliezen als Hariri met geld zwaait. Geen van hen heeft de steun van het volk. Het is schandalig hoe deze zogenaamde christelijke leiders modder gooien naar Aoun, terwijl ze zelf geld krijgen van Hariri en klakkeloos doen wat Saudi-Arabië dicteert.”

Identiteit
Thom Sicking, al tientallen jaren docent aan de Université Saint-Joseph in Beiroet, vraagt zich wel eens af waar in Libanon alle politieke spelletjes en het gedraai van de politici vandaan komen. „Libanon is een land van minderheden die voor een belangrijk deel hierheen zijn getrokken. Die groeperingen hebben als ze klein zijn een soort voogd nodig om hen te helpen. Maar als het een grotere groep betreft dan is het: „We hebben onze eigen identiteit en die willen we verdedigen.”

Sicking roept de Ottomaanse tijd in herinnering. „De Turken hebben, toen ze het voor het zeggen hadden, hier flink huisgehouden. De staat was geen instelling die veiligheid van de burger garandeerde, integendeel. Dus hoe verzeker je je bestaan? Door een sterke familiestructuur op te zetten: „Wij ondersteunen elkaar en daarmee houden we elkaar in stand.” Vervolgens kun je een verbond krijgen tussen verschillende families en spreek je over een gemeenschap. Al die gemeenschappen zijn bedoeld om het eigen bestaan te garanderen.”

„Dat zie je nog steeds gebeuren in Libanon”, vervolgt Sicking. „Soms heb je iemand van buiten nodig die je steunt. Iran en in mindere mate Syrië helpen de sjiieten, Frankrijk en soms de Verenigde Staten steunen de maronieten en Saudi-Arabië staat achter de soennieten. Dat zijn dus allemaal allianties die ergens jouw identiteit garanderen.”

En dan is er de christelijke generaal Aoun, die het met de sjiieten op een akkoordje gooit.
Sicking: „Persoonlijk had ik sympathie voor de man toen hij de onafhankelijkheid van Libanon tegenover Syrië verdedigde. Sindsdien is het een man geweest die in de allereerste plaats president wilde worden.”

Er schiet hem ineens iets te binnen: „Heel gek met Libanon is dat de mensen die vandaag aan de macht zijn tijdens de burgeroorlog milities leidden. Is er een land dat zo’n oorlog heeft meegemaakt, en waar alle verantwoordelijke mensen voor die oorlog hun politieke macht behouden nadien? Dat kan toch helemaal niet, maar wel in Libanon. Berri, Geagea, Jumblatt, noem ze allemaal maar op. Ze zijn allemaal nog aan de macht. Hoe dat kan? Omdat er mensen zijn die zeggen: „Deze man heeft onze groep verdedigd en daarom verdedigt onze groep deze man. Hij mag van kleur verschieten, van zwart naar wit, maar hij is onze man.””

Je kunt je afvragen of het dan ooit wat wordt met Libanon.
Sicking: „Afgelopen zaterdag was ik op een meeting van allerlei godsdienstige groeperingen. Dat was een gebedsbijeenkomst van christenen en moslims samen. Zij zeggen: „Wat er schort aan dit land is dat wij niet samen kunnen werken en dat willen wij niet meer.” Dat hoor je meer en meer. Alleen die mensen zijn niet aan de macht. Maar die manifestaties zijn wel een teken dat er iets aan het veranderen is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer