Palestijns gezag erkent strafhof
De Palestijnse Autoriteit heeft de rechtsbevoegdheid van het Internationaal Strafhof (ICC) erkend met het doel een onderzoek naar oorlogsmisdaden tijdens het recente conflict in de Gazastrook mogelijk te maken. Het strafhof heeft dit dinsdag bekendgemaakt.
De hoofdaanklager bij het Strafhof, Luis Moreno-Ocampo, liet weten dat het Palestijnse besluit wordt bestudeerd. Het ICC kan alleen onderzoek doen als de VN-Veiligheidsraad of een staat die het hof erkent, daar om vraagt. Israël erkent de jurisdictie van het hof niet en het is de vraag of de Palestijnse Autoriteit dat wel kan doen.Amnesty International en andere mensenrechtenorganisaties hebben Israël beschuldigd van oorlogsmisdaden, onder meer door het gebruik van munitie met zeer licht ontvlambare witte fosfor in dichtbevolkte gebieden.
De Palestijnse minister van Justitie, Ali Khashan, stuurde op 21 januari een brief naar het hof waarin hij het gezag van het hof erkent, zei Moreno-Ocampo. De brief werd gisteren openbaar gemaakt. De hoofdaanklager zei dat hij de zaak moet bestuderen en niet snel met een standpunt zal komen.
De woordvoerder van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken, Yigal Palmor, wees erop dat het handvest van het strafhof geldt voor soevereine staten, een status die de Palestijnse Autoriteit niet heeft. „Dus kan het geen lid van het ICC zijn”, concludeerde Palmor.
Moreno-Ocampo zei dat hij 150 afzonderlijke meldingen van oorlogsmisdaden heeft ontvangen die tijdens het conflict in Gaza zouden zijn gepleegd. Hij voegde hieraan toe dat er voor hem drie kwesties spelen. Ten eerste of de Palestijnse Autoriteit in staat is het hof te erkennen. Ten tweede of er oorlogsmisdaden zijn gepleegd die onder de rechtsbevoegdheid van het hof vallen. Ten derde of de strijdende partijen zelf mogelijke misdaden onderzoeken. Het Israëlische offensief in Gaza leidde tot de dood van bijna 1300 Palestijnen.