Nawijn staat alleen met kritiek op Kamer
LPF-minister Nawijn (Vreemdelingenzaken en Integratie) moet zich dinsdagmiddag tijdens een spoeddebat in de Tweede Kamer verantwoorden voor zijn uitspraak dat het parlementaire werk aan het Binnenhof „één groot ritueel” zou zijn. Maandag namen premier Balkenende en vice-premier De Boer al afstand van Nawijns uitspraken.
Onder druk van de minister-president temperde Nawijn maandagavond in het tv-programma NOVA zijn kritiek op de Kamer al. Hij bevestigde dat de Kamer „het belangrijkste orgaan in de parlementaire democratie” is en zei dat hij alleen een aantal procedures aan de kaak heeft willen stellen. Voor SP-leider Marijnissen was die geste echter onvoldoende; hij volhardde in zijn wens om de minister dinsdag in een spoeddebat ter verantwoording te roepen.
Tussen de oppositie en de bewindsman is alle vertrouwen verdwenen, zo blijkt uit de reacties van die zijde. Volgens Marijnissen heeft Nawijn blijk gegeven geen vertrouwen meer de hebben in verdere samenwerking met de Kamer. D66-leider De Graaf vraagt zich af wat „zo iemand hier nog doet.” Ook VVD-leider Zalm vindt dat Nawijn te ver is gegaan. Kamervoorzitter Weisglas diende Nawijn zaterdagavond al van repliek.
Minister-president Balkenende vindt de uitspraken van Nawijn „onverstandig” en heeft hem dringend verzocht afstand te nemen van zijn uitlatingen. „Als hij dat doet, is voor mij de kous af”, zo zei de premier maandagavond tijdens een partijbijeenkomst in Groningen. De vraag of Nawijn af moet treden omdat de premier hem voor de tweede keer in korte tijd moet corrigeren -de eerste keer was in een spoeddebat over de doodstraf- beantwoordde Balkenende ontkennend: „Als Nawijn af had moeten treden, was dat allang gebeurd. Laten we nu eerst het kamerdebat afwachten.”
Vice-premier De Boer, partijgenoot van Nawijn, noemde diens uitlating maandag onnadenkend. Hij zei erbij dat Nawijn „iets recht moet zetten” in het spoeddebat. „Ik deel zijn opvatting niet”, benadrukte De Boer. „Hij spreekt wel eens uit wat je ’s avonds met de voeten op tafel denkt. Dat is niet gelukkig. Hij heeft iets te weinig nagedacht.”