U die nog vreemd bent van genoemde zaken, u hebt lot noch deel in dit woord. Ziet u het nu niet, u zal het dan zien wanneer de gordijnen van de tijd opgeschoven zullen worden en God uw hoop zal toetsen. Gelukkig de Davids dan, maar ongelukkig bent u. Ja ongelukkiger, omdat u onder zulk een licht in de duisternis blijft!Daar komt een tijd dat u Zijn aangezicht nog eens zult zien, maar zal het dan tot uw verlossing wezen? O vrienden, het aangezicht van Hem, van die Heere Jezus, die zich hier zo dikwijls heeft aangeboden, Die u hier omringd heeft met zo veel genadeaanbiedingen, met zo veel voorslagen van vrede, die u verworpen hebt.

O, hoe vreselijk, hoe ondragelijk zal dat aangezicht dan voor u zijn. Wanneer u zien zult de toorn van het Lam. Want het is niet alleen de vloek van de wet, maar o, de wraak van een tevergeefs aangeboden genadeverbond, dan zal uw ziel zich nederbuigen!

Vrienden, nu kunt u nog geholpen worden, de schuilplaats is nu nog open. Maar er moet eerst onrust komen, hier of straks in de hel; maar beter hier. U moet God tot uw God zien te krijgen. Jezus biedt zich nog aan. O, mocht er nog een uwer onder zo velen naar Hem vragen: Heere wilt Gij ook op mij zien!!

Sicco Tjaden, predikant te Nieuwe Pekela (Kerkreden over Psalm 42, 1735)