Russisch-Orthodoxe Kerk
De Russisch-Orthodoxe Kerk koos dinsdag aartsbisschop Kirill van Smolensk en Kaliningrad tot patriarch. Enkele begrippen uitgelegd.
Russisch-Orthodoxe Kerk: De Russische kerk ontstond in 988, toen grootvorst Vladimir I van Kiev het christendom tot staatsgodsdienst uitriep. In 1054 verbraken de Russen –in navolging van Constantinopel– de band met Rome. De Russische kerk werd in 1484 onafhankelijk van de Oosters-Orthodoxe Kerk in Constantinopel. De kerk is sterk vertegenwoordigd in de landen van de voormalige Sovjet-Unie. Naar schatting behoort twee derde van de 142 miljoen Russen tot de Russisch-Orthodoxe Kerk.Liturgie: De orthodoxie heeft zeven sacramenten of mysteriën: doop, myronzalving, eucharistie, huwelijk, ziekenzalving en kerkelijke wijdingen. Daarnaast kent de kerk zogeheten sacramentalia, zoals de wijding van de olie voor de myronzalving. De liturgie komt voort uit de Byzantijnse ritus. In de „goddelijke liturgie” daalt de hemel op aarde neer en worden hemel en aarde één. In de geloofsbeleving nemen iconen een belangrijke plaats in.
Patriarch: Een patriarch is een aartsbisschop met volmachten over een groot kerkelijk gebied. Het nieuwgekozen hoofd van de Russisch-Orthodoxe Kerk, Kirill, wordt patriarch van Moskou en van heel Rusland. Binnen de orthodoxe kerken bestaat er geen juridisch of onfeilbaar leerambt.
Metropoliet: In de oosters-orthodoxe kerken staat een metropoliet aan het hoofd van een kerkprovincie of metropolie. Alle metropolieten zijn aartsbisschoppen. Het hoofd van de Russisch-Orthodoxe Kerk, aartsbisschop Kirill, is metropoliet van Smolensk en Kaliningrad.
Kirill: Een speciale kerkenraad van meer dan 700 mensen, onder wie ook niet-geestelijken, koos dinsdag de hervormingsgezinde aartsbisschop Kirill (62) van Smolensk en Kaliningrad tot patriarch van de Russisch-Orthodoxe Kerk. Hij was een van de drie kandidaten die circa 200 kerkleiders afgelopen zondag in de Christus de Verlosserkathedraal in Moskou naar voren schoven. Naast Kirill waren dat de aartsbisschoppen Kliment van Kaluga en Borovsk en Filaret van Minsk en Slutsk. Kirill, die zondag in Moskou wordt gewijd, werd in 1946 geboren in Sint-Petersburg, het toenmalige Leningrad. Kirill werd op zijn 22e monnik. In 1976 werd hij bisschop en in 1984 aartsbisschop. Hij onderhield nauwe contacten met het Vaticaan.
Aleksej II: Aleksej, die vorige maand op 79-jarige leeftijd overleed, werd in 1990 tot vijftiende patriarch gekozen. Hij loodste de Russisch-Orthodoxe Kerk door de roerige periode na de val van het communisme. Sinds het einde van de Sovjet-Unie is de kerk in Rusland opgebloeid. Terwijl er in 1988 nog geen 7000 gebedshuizen waren, zijn er vandaag de dag bijna 30.000. Onder Aleksej bleef de kerk aanschurken tegen de staatsmacht om haar positie als hoeder van de Russische ziel te herwinnen en te verstevigen. De Rooms-Katholieke Kerk moest het bij Aleksej ontgelden. Hij beschuldigde het Vaticaan keer op keer van zieltjeswinnerij op Russisch grondgebied. Aleksej wilde niets weten van een bezoek van paus Benedictus XVI aan Rusland.
Nederland: De belangrijkste Russisch-orthodoxe kerk in Nederland is de in juni 2004 in gebruik genomen Aleksander Nevskikerk in Rotterdam. Er zijn verder parochies in Amsterdam, Nijmegen, Den Haag (twee) en Groningen. Ze tellen enkele tientallen tot enkele honderden leden.