„Wij stonden en staan pal voor de vrijheid van onderwijs en de vrijheid van godsdienst, maar iedereen weet dat er aan vrijheden grenzen zitten. De discussie over de kwaliteit van islamitische scholen maakt het debat hierover los. Het CDA wil ervoor waken dat op enig moment die vrijheden zelf ter discussie komen te staan. Bij PvdA, VVD en GroenLinks hoor je die geluiden.”

Maar gaat u zelf ook niet mee op dat punt? U wilt nu hetzelfde als wat GroenLinks in een motie vraagt, terwijl u zelf enkele weken geleden er nog fel tegen was.
„Als je met mevrouw Azough van GroenLinks doorpraat, dan komen er andere dingen naar boven. Voor de radio heeft ze zich openlijk afgevraagd of de scheppingsleer nog wel overgedragen zou mogen worden. De politieke bedoeling van de motie gaat verder dan alleen inspectie van godsdienstlessen.”

Met het voorstel dat het CDA nu doet, gaat de fractie toch een principiële grens over die u vier weken geleden niet voor mogelijk hield?
„We vinden dat maatschappelijke organisaties met een publieke taak, zoals scholen, een verantwoordelijkheid hebben in het overdragen van de kernwaarden van onze rechtsstaat en het bevorderen van de integratie. Je mag van scholen ook vragen daar actief verantwoording over af te leggen aan ouders en aan de samenleving. Ook hetgeen tijdens het vak godsdienst aan de orde komt, kan niet strijdig zijn met onze rechtsstaat. Daar moet toezicht op plaatsvinden en daar mag je het godsdienstonderwijs niet van isoleren.

De echte grens is voor ons dat de inspectie geen inhoudelijk oordeel velt over het godsdienstonderwijs. Bijzondere scholen blijven de ruimte houden om te leren dat de aarde is geschapen en niet door evolutie tot stand is gekomen. Ook kunnen scholen blijven leren dat de man het hoofd van de vrouw is.”

Maar dan is er toch een grens verlegd? Vier weken geleden wilde het CDA geen inspectie tijdens godsdienstlessen en nu wel.
„Ik denk dat wij de grens niet hebben verlegd. Onze intentie was en is dat de inspectie onder geen beding een oordeel mag vellen over de inhoud van de godsdienstlessen.”

Vorige week zei u dat de nieuwe eisen alleen gelden voor nieuwe scholen. Staat u nog steeds op dat standpunt?
„Als we deze dingen opnemen in de Wet op het primair onderwijs, dan moet het voor alle scholen gelden.”

Hebt u al een lijstje met de kernwaarden van de Nederlandse rechtsstaat die scholen moeten overdragen en hoe de scholen moeten voldoen aan het bevorderen van de sociale cohesie?
„Nee, daar zijn we als CDA nog volop mee bezig. Je zou je kunnen voorstellen dat bijvoorbeeld de gelijkwaardigheid van man en vrouw zo’n kernwaarde zou kunnen zijn. Op grond daarvan mag je leren en van mening zijn dat de man het hoofd is van de vrouw. Onderdrukking van de vrouw mag echter niet. Ook is er bij ons de scheiding tussen kerk en staat. Dat uit zich in de kernwaarde dat niemand medeburgers mag dwingen tot een bepaalde geloofsovertuiging.”

Zijn er veel misstanden op dit punt in het onderwijs?
„Ik denk niet dat er veel mis is, maar vanuit het waarde- en normendebat is het goed dat we in onze samenleving met elkaar een aantal kernwaarden vaststellen die via het onderwijs op alle scholen aan de orde komen. Net voor of net na de verkiezingen, komen we als partij met een notitie waarin we een en ander nader uitwerken.”