Koninklijk Huis

„Koningin moet afstand tot het volk bewaren”

Nederland wordt al 2000 jaar geregeerd door vorsten. Eerst vielen de Lage Landen onder de Romeinse keizers en onder Frankische vorsten, later heersten daar de Duitse keizers, de Bourgondiërs en de Habsburgers en daarna kwamen de Oranjes. Historicus drs. Arnout van Cruyningen zette ze allemaal op een rij in het informatieve boek ”Vorsten van Nederland”.

W. G. Hulsman
23 January 2009 09:30Gewijzigd op 14 November 2020 07:09
„De monarchie is waardevol. Het is juist van grote betekenis dat een vorst jarenlang op de troon zit. Dat is belangrijk voor de continuïteit. Een koning heeft overzicht. Verder bindt een koning samen”, zegt historicus Van Cruyningen. Foto: het gezin van k
„De monarchie is waardevol. Het is juist van grote betekenis dat een vorst jarenlang op de troon zit. Dat is belangrijk voor de continuïteit. Een koning heeft overzicht. Verder bindt een koning samen”, zegt historicus Van Cruyningen. Foto: het gezin van k

In Franse en Engelse boekhandels liggen meestal wel een of meer uitgaven die alle vorsten van het eigen land beschrijven. In Nederland bestond nog niet zo’n toegankelijk overzicht. Sinds vorige week wel.De opzet van het rijk geïllustreerde boek is chronologisch. Van Cruyningen begint bij de Romeinse keizers. „Bij hen namen de Lage Landen geen grote plaats in. We waren een gebied in de verte, aan de rand van hun rijk.”

De vroege middeleeuwen waren het lastigst in kaart te brengen voor Van Cruyningen. „Tot aan Clovis (481-511) is er een zwart gat. We weten niet veel over de geschiedenis in die jaren”, vertelt hij. Clovis zelf staat door zijn bekering tot het christendom nadrukkelijk op de kaart. Dat geldt ook voor keizer Karel de Grote (742-814) die zich inzette voor een christelijk rijk met goede scholen. Over veel andere vorsten is weinig bekend.

Daarna waren het in de Lage Landen vooral de hertogen van Brabant, de bisschoppen van Utrecht, de graven en hertogen van Gelre en de graven van Holland die namens de keizer de dienst uitmaakten. Van hen bracht graaf Willem II van Holland (circa 1227-1256) het ver. „Als hij niet gesneuveld was, was hij gekroond tot keizer van het heilige roomse -of Romeinse- Rijk waar de Nederlanden deel van uitmaakten”, zegt de auteur, die zelf een tijdschrift uitgeeft met de titel ”Koninklijke Hoogheid”.

Unieke positie
Via de Habsburgse keizers, met Maximiliaan (1459-1519) en Karel V (1500-1558) als belangrijke vertegenwoordigers, komt Van Cruyningen bij de Oranjestadhouders terecht. „Die hadden een binnen Europa unieke positie. Het waren geen presidenten avant la lettre en geen koningen. Ze vervulden hun functie in een republiek en stonden formeel in dienst van de Staten, bij wie de soevereiniteit berustte. Maar prins Frederik Hendrik en zijn vrouw deden veel aan vorstelijk vertoon. Hij promoveerde van ”Excellentie” naar ”Hoogheid”. In de achttiende eeuw konden de stadhouders zich in veel opzichten meten met andere Europese vorsten.”

Toch bleef het Hollandse hof altijd iets eenvoudigs houden. „Let alleen maar op de bescheiden schaal van de paleizen. Paleis Huis Ten Bosch kreeg er pas laat vleugels bij. Paleis Soestdijk idem dito. Tot die tijd waren het grote huizen, maar geen paleizen zoals in het buitenland. Buitenlandse vorsten vonden het hier altijd wat pietluttig.”

De Oranjes zijn in het dagelijks leven nooit erg uitbundig geweest. „Ik vind dat je die houding nu nog bij de koninklijke familie ziet”, zegt Van Cruyningen.

Emma
Een derde van zijn boek gaat over de laatste twee eeuwen, de tijd van de koningen en koninginnen. Eerst drie mannen en daarna vier vrouwen: de koningen Willem I, II en III en de koninginnen Emma, Wilhelmina, Juliana en Beatrix.

Koningin-regentes Emma heeft een cruciale rol gespeeld, analyseert Van Cruyningen. „Iedereen hield zijn hart vast toen een vrouw de regering op zich nam, na een moeilijke periode in de Oranjehistorie. Emma is er echter in geslaagd het koningschap weer deugdzaam en respectabel te maken. Bij regentes Emma begint de victorie, wordt wel eens gesteld, al doe je daar de drie koningen dan weer geen recht mee. Maar het moet gezegd: de regerende koninginnen Wilhelmina, Juliana en Beatrix hebben het elk op heel eigen wijze uitstekend gedaan.”

Hoewel het boek vooral een feitelijk overzicht geeft van alle vorsten, klinkt hier en daar ook een duidelijke mening door. Zo is Van Cruyningen niet onder de indruk van mensen die voor invoering van een ”ceremonieel koningschap” pleiten. „Laten de voorstanders daarvan eerst maar eens duidelijk maken wat ze met die kreet bedoelen. Er wordt vaak verwezen naar het Zweedse model, maar ook daar heeft het koningschap, alleen al door er te zijn, politieke aspecten. Menigeen wordt op dit punt niet gehinderd door kennis van de geschiedenis en het staatsrecht.”

Veel kritiek op de monarchie vindt u te gemakkelijk.
„Ja, de monarchie is waardevol. Het is juist van grote betekenis dat een vorst jarenlang op de troon zit. Dat is belangrijk voor de continuïteit. Een koning heeft overzicht. Verder bindt een koning samen. Hij is het symbool van de eenheid. Ondanks alle verschillen die er kunnen en mogen zijn.

De monarchie bepaalt ons ook bij de geschiedenis. Zij dwingt ons om na te denken over het verleden en het ontstaan van ons land.”

Zet de Europese Unie de positie van de monarchie niet onder druk?
„Van alle Nederlandse staatsinstellingen heeft de monarchie volgens mij het minst te vrezen van Europa. Het Europese bestuur is abstract en ondoorgrondelijk, staat ver van burgers af. Een nationaal symbool als het vorstenhuis wordt dan alleen maar belangrijker.”

De Oranjes zullen nog lang over Nederland regeren?
„Aan voorspellingen moet een historicus zich niet wagen, maar er is zeker toekomst voor Oranje en de monarchie. Ik zie weinig gevaren van buitenaf, misschien wel bedreigingen van binnenuit in de toekomst. Het wordt zorgelijk als de leden van de koninklijke familie geen idee meer zouden hebben van wat zij belichamen.”

Mystiek
Een al te gewoon koningshuis is ook niet wenselijk, stelt Van Cruyningen. „Er moet een zekere mystiek rond het koningschap blijven hangen. Een koninklijke familie moet een bepaalde afstand tot het volk bewaren. Mede daarom is het begrijpelijk dat de koninklijke familie over haar privéleven waakt.”

Terugblikkend op 2000 jaar vorsten: welke vorsten spreken u het meest aan?
„Dan ben ik weinig origineel en kom ik uit bij de grote helden. Willem van Oranje blijft voor mij een zeer bijzondere man. Ik kan hem niet los zien van het geheel van de geschiedenis. Het blijft wonderbaarlijk wat hij heeft gedaan, ook voor het protestantisme. Er moeten hem dingen in het hart zijn gelegd. Hij is geleid. Verder noem ik stadhouder-koning Willem III en koning Willem I. Maar ook de zwakke broeders blijven me lief. Ik heb altijd een zwak gehad voor koning Willem III. Die liep over van goede bedoelingen, maar moest regeren in een lastige overgangstijd en zat gevangen in een slecht huwelijk.”

Welke vorsten worden het meest ondergewaardeerd?
„Stadhouder Willem V. Hij was een intellectueel man, maar te precies en te conservatief. Ook koning Willem III, die zo zoetjesaan alleen nog als grote bullebak wordt geportretteerd, is aan een herwaardering toe. Hij verdient een goede biografie.”

Mede n.a.v. ”Vorsten van Nederland. 2000 jaar stadhouders, koningen en keizers in de Nederlandse geschiedenis”, door Arnout van Cruyningen; uitg. Omniboek, Kampen, 2009; ISBN 978 90 5977 313 4; 224 blz.; € 29,90.

Geen items voor de agenda.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer