Wilders
PVV-leider Wilders is naar eigen zeggen erg geschrokken. En dat zegt wat. Het spraakmakende Kamerlid is immers niet voor een kleintje vervaard. In debatten neemt hij geen blad voor de mond, zeker niet als het gaat om de multiculturele samenleving.
Wilders krijgt daar geregeld felle reacties op. Daar is hij aan gewend. Nieuw is echter dat de rechter heeft gezegd dat de PVV-voorman door het openbaar ministerie vervolgd moet worden wegens het zaaien van haat, discriminatie en belediging van de islam. Dat besluit noemt Wilders „schandalig” en „een aanslag op de vrijheid van meningsuiting.”Toch is zijn verontwaardiging verbazingwekkend. Wilders zoekt met zijn islamkritiek bewust de randen van de wet op. Daarom moet hij ook niet verrast zijn dat hij met de handhaver van de wet in aanraking komt.
Verschillende partijen juichen het besluit van het hof toe, waarbij de vraag gesteld kan worden of enig electoraal eigenbelang daarbij geen rol speelt, al zeggen de fracties dat het hen gaat om het handhaven van de wettelijke grenzen van de vrijheid van meningsuiting.
Andere fractiewoordvoerders zijn kritischer, al beseffen zij dat daar waar de rechter zijn stem verheft de politiek moet zwijgen. Deze partijen vrezen het knevelen van het vrije debat tussen politici.
Over één ding is iedereen in politiek Den Haag het wel eens: met zijn felle polemiek tegen de islam brengt Wilders een oplossing voor de problemen van de multiculturele samenleving geen stap dichterbij. Sterker, hij heeft het probleem van de islamisering nodig voor het voortbestaan van de PVV. Wanneer werkelijk een oplossing zou zijn gevonden, zou de aanhang van Wilders’ partij snel slinken.
De aanpak die de PVV-leider kiest, is af te keuren. Daarover geen misverstand. Hoezeer men ook de ideologie of godsdienst van anderen verwerpt, het is en blijft geboden andersdenkenden respectvol te benaderen.
Daar heeft Wilders moeite mee, al zal het voor de rechter nog niet meevallen aan te tonen dat hij daadwerkelijk de intentie had aan te zetten tot haat jegens moslims. En daar draait het wel om in het wetsartikel op grond waarvan de PVV-leider wordt vervolgd. De vraag is daarom te stellen of het echt verstandig is nu Wilders voor de rechter te dagen.
Bovendien kan hij door deze vervolging en eventuele veroordeling een martelaarsrol krijgen, hetgeen hem electoraal geen windeieren zal leggen. Dat draagt niet bij aan verbetering van het maatschappelijk debat.
Maar niet alleen uit electoraal oogpunt zijn er bedenkingen aan te voeren tegen de opstelling van het Gerechtshof in Amsterdam. De vrees van sommige parlementariërs dat het politiek debat te zeer beperkt gaat worden, is niet helemaal misplaatst. Zeker als bij de oordeelsvorming duidelijk mee gaat wegen wat maatschappelijk aanvaardbaar is, zoals de rechter nu aangeeft. Vandaag is Wilders de gedaagde, morgen een ander Kamerlid wiens ideeën haaks staan op de gangbare mening.
Er zijn grenzen aan de vrijheid van meningsuiting. Die moeten worden gehandhaafd. Dat is beslist waar. Maar tegelijk moet er ruimte blijven voor een pittig politiek debat.