Minister blijft bij wetsvoorstel koopzondagen
Het wetsvoorstel om het aantal koopzondagen te beperken gaat niet de ijskast in. In de Tweede Kamer drongen woensdag D66, VVD, PVV en GroenLinks daarop aan, maar minister Van der Hoeven (Economische Zaken) voelt er niets voor.
Eerder deze week stelden het Platform Detailhandel en de drie grootste gemeenten dat het wetsvoorstel 15.000 tot 20.000 banen zou kosten. Van der Hoeven plaatste daar grote vraagtekens bij. Zij mist een onderbouwing van die cijfers. De bewindsvrouw verwacht dat het bij een eventuele beperking van het aantal koopzondagen vooral zal gaan om verschuiving van omzet en werkgelegenheid naar andere dagen en mogelijk ook naar andere winkels. Een rapport dat het Centraal Planbureau (CPB) uitbracht toen de Kamer de winkeltijdenwet behandelde, wijst volgens haar niet op een verlies van werkgelegenheid van die omvang.D66’er Van der Ham diende een motie in om het wetsvoorstel in te trekken. Hij kreeg steun van Elias (VVD) en Graus (PVV), die vinden dat winkeliers zelf moeten kunnen beslissen of ze hun deuren openen. Ook Van Gent (GroenLinks) steunde de motie, omdat zij vindt dat gemeenten daarover moeten kunnen beslissen zonder „betutteling".
Gemeenten mogen nu ten hoogste twaalf koopzondagen per jaar toestaan, maar in toeristische gemeenten mogen het er meer zijn. In het regeerakkoord is onder druk van ChristenUnie vastgelegd, dat misbruik van de zogeheten toerismebepaling wordt tegengegaan. Het wetsvoorstel van het kabinet, dat al is voorgelegd aan de Tweede Kamer, laat een beslissing hierover aan gemeenten, maar belanghebbenden kunnen ertegen in beroep gaan.
De regeringspartijen namen woensdag niet deel aan het debat. Dat gold ook voor SP en SGP, die samen een alternatief wetsvoorstel hebben ingediend om het aantal koopzondagen te beperken.