Rechtvaardig
„O, Heere, straf mij niet in Uw toorn, en kastijd mij niet in Uw grimmigheid.”
Psalm 6:2Gods toorn komt Gods kinderen verschrikkelijker voor dan de goddelozen. Zij hebben meerdere kennis dat Hij rechtvaardig is in Zijn straffen, waartegen zij niets kunnen inbrengen. Zij moeten zwijgen zonder dat zij hun mond durven opendoen.
Mensen zijn dikwijls buitensporig in hun toorn, maar God niet. De ene keer is David vertoornd op Nabal, zodat hij zelfs geen hond in Nabals huis wil verschonen. Een andere keer willen Simeon en Levi zelfs een hele stad verwoesten. Maar God is een rechtvaardige rechter, die de maat niet te buiten gaat. Hij kon altijd, indien Hij wilde, de zondaar nog harder straffen. De mensen zijn dikwijls om een geringe oorzaak boos, gelijk Jona over zijn verdroogde wonderboom. Maar God is niet toornig over zulke kleine dingen, want Hij doet ons niet naar onze zonden en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden.
Om deze redenen komt Hij de zondaren zo verschrikkelijk voor, omdat zij door hun consciëntie overtuigd worden dat Hij rechtvaardig is. Daarnaast is God ook verschrikkelijk vanwege Zijn almacht, zodat Hij ook de kleinste schepselen vergiftigde angels kan geven om de zondaar te kwellen. Hij heeft alle soorten van ach en wee in Zijn macht. Hij kan alle pijnen die de duivelen en de mensen bedacht hebben doen samensmelten.
Johan Lodewijk Langhans,
(”Davids boetvaardigheid”, 1725)
hofprediker van de Palts