Nostalgie tijdens „kuiering” door Amsterdam
Amsterdam heeft een rijk calvinistisch verleden. Dat beseft een wandelaar die langs tal van bijzondere historische plekjes in de hoofdstad kuiert. Maar hij voelt ook de schrijnende tegenstelling met nu. Kerkelijke bolwerken als cultuurcentra, een Bijbeltekst als opschrift van een seksshop.
In het kader van de Nationale Calvijnweek die de Vrije Universiteit deze week organiseert, had vandaag de presentatie plaats van het boekje ”Evangelische kuieringen. Wandelgids voor calvinistisch Amsterdam 1600-2000” (uitg. Meinema, Zoetermeer), geschreven door de historici dr. Gert van Klinken en dr. Henk Reitsma.De titel is ontleend aan de ”Brieven van Abraham Blankaart”, geschreven door Betje Wolff en Aagje Deken (1787-1789). Daarin maakt brief 22 melding van Blankaarts „evangelische kuiering” langs de vele kerken en synagoges van de hoofdstad. Evangelisch moet nu in de brede zin van het woord worden genomen, want de tocht loopt langs alle mogelijke kerken, met name waar gereformeerden of calvinisten hebben gewoond en gewerkt.
Vier tochten
De wandelaar heeft de keuze tussen vier tochten van pakweg 7 kilometer. Er is de route van de Oude naar de Nieuwe Kerk; een tocht langs ”gereformeerden aan de gracht” (de grachtengordel); een verkenning van ”de Bijltjes” (de aanduiding van de calvinistische arbeiders op de werven en in de havens) en de tocht ”Van de Vrije Gemeente naar de Vrije Universiteit”.
De eerste route loopt langs befaamde Amsterdamse kerken zoals de Oude Kerk, de Waalse kerk, de Zuiderkerk, de Nieuwe Kerk en de wereldberoemde schuilkerk Ons’ Lieve Heer op Solder. Het contrast met de huidige bestemming in deze -rosse- buurt is wel groot als een huis het Bijbelse opschrift ”Si Deus pro nobis, quis contra nos” (”Als God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn?”) blijkt te vermelden. Het is nu een seksshop…
Bij de Monnikenstraat stond vroeger het dominicanenklooster, het eerste gebouw waar in de zestiende eeuw de Amsterdamse calvinisten bijeenkwamen. Op de Oudezijdsachterburgwal 91, op de hoek met de Barndesteeg -waar momenteel het christelijke jongerenhotel The Shelter is gehuisvest-, gaf Vincent van Gogh in 1878 in een klein kamertje les aan de kinderen van een godsdienstschool. „’t Is maar een heel klein lichtje, dat in het kamertje van de zondagsschool in de Barndesteeg”, schrijft hij aan zijn broer Theo. „Laat mij het brandende houden.”
Onttakeld
De oude kerkelijke bolwerken zijn onttakeld en verworden tot culturele centra. De Zuiderkerk hield haar laatste dienst in 1929, onder leiding van dr. F. J. Los, bekend van zijn commentaar op de Nederlandse Geloofsbelijdenis. De kerk bevond zich in een wijk waar leegloop en ontkerkelijking al vroeg toesloegen.
Wie de tocht langs de gereformeerden in de grachtengordel wandelt, ziet hoe rijk ook daar het verleden is geweest. Op de gevel van Bloemstraat 191 staat als opschrift ”Eben Haëzer. Tot hiertoe heeft ons de HEER geholpen”, een verwijzing naar een christelijke school uitgaande van de Vereniging tot Heil des Volks. Daar stond Henk van Randwijk, bekend van het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog, voor de klas.
Ook de afgescheidenen waren in deze buurt ruimschoots aanwezig. Op Bloemgracht 90 bevond zich tussen 1836 en 1880 de eerste kerk van de afgescheidenen in Amsterdam. De in 1880 door de afgescheidenen gebouwde kerk op nummer 98 is nu in gebruik bij de Hersteld Apostolische Zending Kerk. In 1836 hielden de afgescheidenen hun synodale vergadering in een pakhuis aan de Lijnbaansgracht.
Over zelfbewustzijn gesproken: niet alleen calvinisten à la Kuyper kenden daar iets van, ook de rooms-katholieken. In de Karthuizenstraat was vroeger het kartuizerklooster gevestigd. De kartuizers duidden in reactie op de opkomende calvinistenbeweging hun eigen orde aan met de leus: ”numquam reformata, quia numquam deformata” (nooit gereformeerd - want immers nooit gedeformeerd).
De befaamde Rode Hoed was vanaf 1630 als schuilkerk in gebruik bij de remonstrantse gemeente. Tegenwoordig is het gebouw -met vanbinnen aan drie zijden galerijen- befaamd als cultureel centrum en locatie voor debatbijeenkomsten.
Aan de Keizersgracht was op nummer 160-164 de Vrije Universiteit gevestigd. Kuyper zelf woonde tussen 1880 en 1900 aan de Prins Hendrikkade 173, met uitzicht op het Oosterdok, niet ver van de vroegere woning van admiraal De Ruyter op nummer 131.
Kuitert
Een vierde wandeling brengt de geïnteresseerde meer in de wereld van vandaag. Start is de befaamde poptempel Paradiso aan de Weteringschans, destijds de Vrije Gemeente (1877), gesticht door de vrijzinnige hervormde gebroeders Hugenholtz. De theoloog K. H. Miskotte (1894-1976) werkte in de Willem de Zwijgerkerk in Nieuw-Zuid onder van de kerk vervreemd geraakte intellectuelen. Hij had echter moeite met „volhardende Calvijnlectuur”, bekende hij aan zijn makker Jan Koopmans, en las liever moderne letterkunde om de moderne mens te peilen.
Gaandeweg kuier je al rond in de twintigste eeuw. De gereformeerde studentenpredikant Harry Kuitert had inmiddels de vrijheid genomen door op de Parnassusweg, bij de brug over het Zuider Amstelkanaal, voor het eerst op zondag een ijsje te geven aan zijn kinderen, schrijft hij. Hij was nog in het zwarte pak, want hij had ’s morgens gepreekt en moest ’s avonds nog een keer.
Voor hem was de koop van het ijsje echt een daad, zegt hij. „Later besefte ik dat zo’n minuscuul voorval in een groter verband thuishoort, het verdwijnen van een cultuur, als een wijze van leven die mensen met elkaar delen en van elkaar herkennen.”
Het verdwijnen van een cultuur, ja, méér dan dat. Onwillekeurig moet je denken aan het fameuze vijfdelige standaardwerk van dr. R. B. Evenhuis, ”Ook dat was Amsterdam”. Ja, dat wás Amsterdam.