Euro bewijst in crisis zijn nut
De euro beleefde onlangs zijn tiende verjaardag. De EU stond er deze week officieel bij stil tijdens een feestelijke bijeenkomst in het Europees Parlement in Straatsburg.
Alle prominente beleidsmakers in dit verband waren van de partij, waaronder president Trichet van de Europese Centrale Bank en premier Juncker, die voorzitter is van de eurogroep, de vergadering van de ministers van Financiën van de landen die de eenheidsmunt hebben ingevoerd. Ook een oudgediende schoof aan: het voormalige Franse staatshoofd Giscard d’Estaing.Op 1 januari 1999 kregen de gulden, de D-mark, de frank en de andere betrokken nationale geldsoorten onderling vaste en niet langer aanpasbare wisselkoersen. Het betekende de introductie van de girale euro en de start van de monetaire unie. Drie jaar later, begin 2002 -dat zullen de burgers zich beter herinneren- volgde de overstap in de sfeer van de munten en bankbiljetten. Het was de voltooiing van een van de meest ingrijpende operaties in de geschiedenis van de naoorlogse integratie op ons continent. Het nieuwe betaalmiddel werd tastbaar, het deed zijn intrede in het dagelijks leven.
Veel mensen vereenzelvigen de euro nog steeds met duurdere boodschappen, met hogere prijzen. De officiële cijfers bieden geen steun voor dat beeld. Integendeel, we constateren dat de inflatie in de voorbije jaren op een historisch laag niveau lag, dat er langs die weg dus geen sprake was van een uitholling van de koopkracht.
Iedereen, inclusief de sceptici van destijds, zal moeten erkennen dat de euro een onbetwistbaar succes is. Misschien wel het beste bewijs van die conclusie vormen de geluiden die we momenteel beluisteren vanuit landen die door de kredietcrisis in grote problemen verkeren, zoals Hongarije en IJsland. Behoorden we ook maar tot het gebied met de gezamenlijke valuta, verzuchten ze daar. In Denemarken en Zweden groeit de overtuiging dat in het verleden, toen de bevolking per referendum aansluiting afwees, een verkeerde keuze is gemaakt.
Want één ding staat vast: juist de laatste maanden bewees de gemeenschappelijke munt het nut van zijn bestaan, door zich een beschermende factor te tonen in zeer turbulente omstandigheden. Niemand heeft natuurlijk gehoopt op een economische situatie als thans, maar ze geeft wel de viering van het jubileum van de monetaire eenwording extra glans. Zonder de geldunie waren we op de wisselmarkten waarschijnlijk geconfronteerd met heftige speculatieve aanvallen, de- en revaluaties, een grillig verloop van koersen en als gevolg daarvan een enorme onzekerheid voor handel en investeringen. De euro blijkt een baken van stabiliteit. Het leert dat je bij woelige baren als die van nu maar beter met z’n allen op een groot schip kunt zitten dan in je eentje in een kleine schuit.
Alle Europese landen dus maar zo spoedig mogelijk bij de eurogroep voegen? Dat zou mooi zijn, maar alleen als zij volledig voldoen aan de strenge toelatingseisen, als zij bijvoorbeeld hun begrotingstekort en overheidsschuld hebben teruggedrongen tot onder de ooit in Maastricht vastgelegde normen. Anders pakt het averechts uit. Dan wordt de basis van de munt verzwakt en het onmisbare vertrouwen erin ondermijnd. En dat vertrouwen binnen de financiële wereld kwetsbaar is, dat je het steeds weer moet verdienen en dat het snel kan verdampen, weten we na de recente gebeurtenissen maar al te goed.
De ervaringen wat dat betreft fungeren als waarschuwing. Zij dwingen tot het vermijden van zelfvoldaanheid bij het verjaardagsfeestje en nopen tot het zich bewust zijn van de noodzaak van blijvende beleidsdiscipline. Is er een lidstaat die het laatstgenoemde punt op enig moment in de toekomst negeert, dan bedreigt dat alsnog het project van de euro.
Reageren aan scribent? buza@refdag.nl.