„We waren de beste calvinisten ter wereld”
Het vijfhonderdste geboortejaar van de kerkhervormer Johannes Calvijn wordt waarschijnlijk nergens zo uitbundig gevierd als in Nederland. Dat was in het jubileumjaar 1909 wel anders. De gereformeerden lieten de internationale herdenkingsbijeenkomst in Genève schieten vanwege de „liberale” opvattingen van de organisatoren. „Ze beschouwden zich als de beste calvinisten ter wereld.”
De historici Johan de Niet, Herman Paul en Bart Wallet hebben zich de afgelopen jaren intensief beziggehouden met de vraag hoe mensen Calvijn herdenken. Samen redigeerden ze de bundel ”Sober, Strict, and Scriptural: Collective Memories of John Calvin, 1800-2000” (uitg. Brill, Leiden), die vandaag aan de Vrije Universiteit in Amsterdam is gepresenteerd.Volgens Wallet, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en de Katholieke Universiteit Leuven, kiezen veel historici een andere insteek. „Ze zoeken vooral naar de „ware” Calvijn, ontdaan van allerlei mythen. Wij kijken echter naar de beelden die er van hem bestaan. Hoe denken mensen over Calvijn en hoe hebben ze hem ervaren?”
„En dat zegt dan weer iets over die mensen zelf”, aldus De Niet, die in 2006 promoveerde op een onderzoek naar ”Ziekentroosters op de pastorale markt”.
Imago
Calvijn heeft een veel negatiever imago dan bijvoorbeeld Luther, constateert Paul, docent geschiedfilosofie in Leiden. „Bij Luther denkt je niet alleen aan zijn theologie, maar ook aan zijn persoon en karakter. Ondertussen doen allerlei mythische verhalen de ronde, zoals over de inktpot die Luther naar de duivel zou hebben gegooid.
Bij Calvijn ligt dat allemaal veel lastiger. We kennen hem vooral vanwege zijn leer, over de predestinatie bijvoorbeeld, maar als persoon is hij veel minder toegankelijk dan Luther.”
Wallet: „Dat negatieve beeld komt ook doordat gereformeerden hem altijd moeten verdedigen tegen aanvallen.”
De Niet: „Er bestaat een negatieve traditie en daarom begint Calvijn altijd met een 2-0 achterstand.”
Luther is in Duitsland een nationale held, Calvijn nergens. Hoe komt dat?
Wallet: „Luther had een thuisbasis. Hij was een echte Duitser, hield van bier en leverde via zijn Bijbelvertaling bovendien een belangrijke bijdrage aan de taal. Bij Calvijn ligt dat anders. Hij kwam uit Frankrijk, maar dat land bleef uiteindelijk rooms-katholiek en werd later grotendeels seculier. Calvijn paste niet in beide beelden. Het resultaat is dat hij vooral een internationaal symbool werd.”
Het meeste succes boekte Calvijn nog in Hongarije. „Zowel protestanten als rooms-katholieken zagen hem als een icoon van het verzet tegen de Habsburgers. In 1848 en 1849 legitimeerden predikanten een opstand met een beroep op Calvijn.”
In Nederland heeft Calvijn nooit de status van nationale held bereikt. „Toch is Calvijn hier redelijk succesvol. Wij hebben geen eigen reformatoren, zoals Duitsland Luther heeft en Schotland John Knox. Calvijn is de schutspatroon van het Nederlandse protestantisme, hoewel vrijzinnigen Erasmus naar voren schuiven en bevindelijk gereformeerden Datheen.”
Fonkelend
Volgens Paul hadden de Nederlandse neocalvinisten aan het begin van de twintigste eeuw vooral belangstelling voor de ideeën van Calvijn en minder voor zijn persoon. In 1909 lieten de gereformeerden zelfs verstek gaan bij de herdenking van het vierhonderdste geboortejaar van de reformator in Genève. Ze hadden moeite met de „liberale” Calvijnopvattingen van de organisatoren.
De Niet: „Ze beschouwden zich als de beste calvinisten ter wereld.”
Toch is er dan al een omslag gaande, zegt Paul. „Calvijn werd vooral vereerd vanwege zijn beginselen. Maar langzamerhand ontstond er ook wel behoefte om hem als persoon beter te leren kennen.”
Dat blijkt bijvoorbeeld uit een reisverslag in het blad Het Vaderland uit 1925. Vierhonderd Hollanders brengen een bezoek aan Genève, waar de gereformeerde predikant dr. K. Dijk in het auditorium van Calvijn het preekgestoelte beklimt. „Voor uw zielsoog”, zo houdt hij het reisgezelschap voor, „ziet ge in dien zetel de magere gestalte in langen tabbaard gehuld, oprijzen. Ge ziet de schier doorzichtige hand, die den wijsvinger opheft om kracht bij te zetten aan ’t gesproken woord. Dat fijn besneden gelaat. De spits toelopende baard. De vooruitstekende neus. Het fonkelende en bevelende oog. Het hooggewelfd voorhoofd.”
Wat zegt de Calvijnherdenking 2009 over onszelf?
De Niet: „Duidelijk is in ieder geval dat Calvijn nog nooit zo groots is herdacht als nu.”
Wallet: „En over alle grenzen heen. Zelfs de lutheranen in Duitsland gaan Calvijn herdenken, wat in 1909 ondenkbaar was. En dat iemand zoals D66-Kamerlid Van der Ham meedoet, zegt ook wel wat.”
Paul: „We zijn de polarisatie voorbij.”
De Niet: „Het doet ons geen pijn meer als Calvijn niet lief is. Voor de meeste mensen staat er niets op het spel.”
Wallet: „Opvallend is wel dat het in bevindelijke hoek nogal stil blijft. Dat was in 1909 en in 1959 ook al zo. Men denkt al snel: er wordt iedere zondag in de trant van Calvijn gepreekt, dus we hebben geen speciale herdenking nodig.”
Paul: „De Saambinder, het blad van de Gereformeerde Gemeenten, wijdde in 1959 een artikelenserie over Calvijn. Daarin nemen ze Calvijn in bescherming tegen de bewering dat hij ’s zondags op het Meer van Genève ging roeien. Calvijn zou immers best een vriend met een huis en een tuin aan het water gehad kunnen hebben. En dat dáár een bootje lag.”
Wallet: „Een artikelenserie, ja, dat past beter bij bevindelijk gereformeerden dan een herdenking. Er heerst toch meer een schriftelijke dan een feestcultuur.”