Cultuur & boeken

Beloften voor het beloofde land

Zoveel hoofden, zoveel zinnen. Zoveel Israëlboeken, zoveel visies; dus ook zoveel kritieken. Drie boeken over Israël voegden zich bij de eindeloze reeks publicaties over dit land. Mijn kritiek raakt in deze recensie de uitersten.

Dr. ir. J. van der Graaf
7 January 2009 08:37Gewijzigd op 14 November 2020 07:02
Bruiloft in orthodox Israël. Met gesloten ogen luistert de bruidegom (l.) naar het voorlezen van de huwelijksakte. Foto Sjaak Verboom
Bruiloft in orthodox Israël. Met gesloten ogen luistert de bruidegom (l.) naar het voorlezen van de huwelijksakte. Foto Sjaak Verboom

Voordat ik aan twee fundamentele kritieken toekom, wil ik eerst lof toezwaaien aan een uitgave die is verzorgd door vier RD-journalisten (Michiel Bakker, Frank van de Beek, Richard Donk en Arie de Heer) en de fotojournalist Sjaak Verboom, die het boek tot een plaatje maakte: ”Thuis in het beloofde land”. Daarin vertellen vijftien Joden uit verschillende landen (Nederland, België, Polen, Hongarije, Wit-Rusland, Marokko, Ethiopië, Iran en Argentinië) hun ervaringen -religieus en niet-religieus- na terugkeer in hun thuisland. De verhalen worden afgewisseld door specifieke, hoogwaardige fotoreportages (met beschrijving) over een chassidische bruiloft, ”zestig jaar strijd”, het Loofhuttenfeest, ”spanning alom” en ”een moderne Ruth”.Treffend is het eerste hoofdstuk. Daarin spreekt de bekende, uit Nederland afkomstige rabbijn David Brodman over ”de verstrooiing onder de volkeren”, maar ook over de verwachting die de Joden de eeuwen door hebben gekoesterd om ooit in Sion terug te keren. Zijn verhaal staat onder de sprekende titel ”Het land wacht op zijn eigen kinderen”. De terugkeer is in het Oude Testament voorzegd. „De bijbel is gewoon een draaiboek”. Vervulling in de gekomen Messias speelt daarin bij hem, als orthodoxe Jood, uiteraard geen rol, wel de verwachting.

Brodman durft niet te zeggen of alle Joden naar Israël zullen terugkeren; er is veel assimilatie, „afval van het Jodendom.” En de huidige Israëlische samenleving kenmerkt zich niet door trouw aan Gods geboden.

Vaak wordt de vraag gesteld waar de tien stammen zijn gebleven. Brodman komt niet verder dan: „Nog altijd een mysterie”, hoewel er steeds weer groeperingen zijn die zeggen op een van de stammen terug te gaan.

Het slothoofdstuk is een interview met dr. M. van Campen, onder de sprekende titel ”Er is nog een lichtplek in de donkere geschiedenis te verwachten”. Hij haalt de oudvaders nog weer voor het voetlicht, die bij alle verwachting van terugkeer en wederkeer van het Joodse volk op onderdelen toch ook weer verschilden, bijvoorbeeld over de (noodzaak van) herbouw van de tempel. Zoals we Van Campen kennen.

Samenvattend: een keur van interessante hoofdstukken, bijeengehouden door een inhoudelijk Joods verhaal en een inhoudelijk christelijk verhaal.

Derde tempel
Het tweede boek, dat de titel ”Erfdeel” draagt, is van Wiesje de Lange. Wie haar kent van haar jarenlange publicaties in ”Christenen voor Israël” weet eigenlijk al wat er komt. Ze heeft zich de jaren door geprofileerd als de ideologe van de ultrarechtse beweging in Israël, die onverzoenlijk staat tegenover de Palestijnen. Dat Israël ook haar thuisland is en dat ze zich daarvan ook vanuit het Oude Testament rekenschap geeft, is begrijpelijk.

In haar inleidende hoofdstuk ”Doordenken over Israël” spreekt zij bovendien als speciale wens inzake „de voltooiing van ons werk” uit, dat de derde tempel in schoonheid de vorige twee zal overtreffen. In het hoofdstuk ”Mijn Jeruzalem” zegt ze overigens dat met de verstrooiing van Israël „heel de wereld” Jeruzalem werd.

Na een min of meer historisch doorkijkje aangaande het Joodse volk „in het land en in de stad”, en na een opgetogen verhaal over wat de Joden in de wereld en vandaag in Israël hebben gepresteerd, volgt de kern van het boek: ”Israël zal weer profeten voortbrengen”. Op zich is het niet vreemd dat in een hoofdstuk over de profeten van Israël de nieuwtestamentische vervulling ontbreekt. Maar Israël kent ook profeten buiten de Schrift, zoals Maimonides, die wij (zo) niet kennen. De Lange zegt: „In totaal werden 48 profeten en 7 profetessen opgenomen in de Bijbel, terwijl Israël duizenden profeten voortbracht die geen bijbelse plaats verwierven. Zij allen leefden in grote heiligheid en meditatie waarvan profetie de grootste graad is.”

Profeten
Men diene hier intussen te letten op de ondertitel van het boek van Wiesje de Lange: ”Israël in politiek en profetie”. De politiek gaat namelijk aan de profetie vooraf. Dat blijkt uit de hedendaagse duidingen van de profetie door de schrijfster. Allen die ook maar enigszins opkomen voor het Palestijnse vólk -ik zeg volk, niet hun vaak misdadige leiders- komen onder het oordeel van de profeten. Maar vandaag zijn er geen profeten meer, althans geen profeten die voldoen aan de visie van de schrijfster. Concreet: „Wanneer hedendaagse leiders de profeet Joël hadden geëerbiedigd dan zou Gush Katif nog hebben bestaan.” Gush Katif was het blok van zeventien Nederzettingen in Gaza, dat in 2005 door de Israëlische regering werd ontmanteld (tot woede van onder anderen de schrijfster).

In het vierde hoofdstuk ”Gedachten over gedenken” komt de klap op de vuurpijl. Aan de hand van de tekst „Gedenkt wat Amalek u heeft aangedaan” (Deut. 25:17) wordt Amalek geduid als „de antisemiet” van alle tijden. Het tastbare Amalek wordt vandaag de dag belichaamd door de Palestijnen. „De voor Israël ontstellend schokkende confrontatie met de Palestijn ligt in zijn Amalekkarakter.” En dan is er voor de schrijfster maar één conclusie: „Er is geen oplossing dan de totale vernietiging van dat volk.”

Hier ging bij mij het licht uit. Men hoeft mij niet te wijzen op de verderfelijke politiek van Palestijnse leiders, zoals die van Hamas, men hoeft mij ook niet te wijzen op de dreiging van de islam. Mijn solidariteit met Israël, (ook) op grond van de profeten, is voor mij onopgeefbaar. Echter zonder haatgevoelens jegens een volk dat ook een plek mag hebben onder Gods zon. Tot mijn verwondering permitteert ds. G. H. Abma zich een voorwoord in dit boek.

Verbreding
En ten slotte de andere kant van de medaille, een boek van prof. dr. J. Douma, met de al veelzeggende titel ”Christenen voor Israël?” Dit boek vraagt wat mij betreft om een tegen-boek. In enkele honderden woorden kan ik aan mijn kritiek op deze fundamentele uitgave niet echt recht doen.

Douma geeft eerst een adequate historische doorkijk naar het zionisme. Hier mis ik wel de dissertatie van dr. S. Gerssen, ”Christelijk Zionisme en christelijke theologie” (1978). In de dan volgende hoofdstukken over ”Het christelijke zionisme”, ”Land, volk en tempel”, ”Israël en de kerk”, ”Oudtestamentische profetieën” en ”Profetieën in het boek Openbaring” keert Douma zich vooral tegen spraakmakende personen van ”Christenen voor Israël” (vandaar het vraagteken in de titel), onder wie Willem J. Glashouwer en Jan van Barneveld, en in dat verband ook tegen de wereldwijd bekende Hall Lindsey. Maar hij is eveneens in discussie met Willem J. Ouweneel, die weer een eigen visie heeft en zicht houdt op het Palestijnse volk.

Met veel van zijn kritiek -met name inzake speculatieve uitleg van profetieën en inzake het duizendjarig rijk- ben ik het eens, maar niet met zijn totaalvisie. Douma staat voor het bestaansrecht van de staat Israël, maar dan op politieke gronden (VN-besluit), hoewel er bij hem ook een „emotionele band” is. Hij wil geen vervangingstheoloog heten (de kerk in de plaats van Israël) en kiest voor „verbreding”, maar hij laat de term vervanging ook niet graag schieten. Het Oude Verbond is vervangen: de „gelovige rest van Israël (Rom. 5:5; 9:27) werd verbreed tot een gemeenschap van Joden en heidenen.” Derhalve kiest Douma ook voor evangelisatie onder Joden, c.q. voor Jodenzending, in plaats van getuigend gesprek. Alsof de kerk niet in een unieke verhouding tot Israël staat vanwege gemeenschappelijkheid in het Oude Testament en ook vanwege niet-vervulde beloften, zowel in het Oude Testament als bij Paulus in het Nieuwe Testament. Voor duiding van profetieën in de hedendaagse politieke context is bij hem geen plaats. En ook geen landbelofte (Gen. 17:8), met politieke consequenties.

Verborgenheid
Als ik het kort door de bocht mag zeggen: het boek van Douma staat duidelijk in de traditie van H. Bavinck en van de vrijgemaakt-gereformeerde theologen. Nu behoef ik Douma niet voor te schrijven wat hij ook had kunnen (moeten) lezen. Afgezien van het feit dat hij geen affiniteit heeft met de Nadere Reformatie (de dissertatie van dr. M. van Campen komt wel in de literatuurlijst voor), mis ik de bezinning in hervormd-gereformeerde kring. Het boek van prof. dr. C. Graafland, ”Het vaste verbond”, waarin deze spreekt van „een niet-vervulde rest” in de profetieën, blijft buiten beeld. Ook de publicaties van het Bezinnings Comité Israël, ”Zicht op Israël”, ontbreken. Zo ook het hervormde synodale geschrift ”Israël, volk, land en staat”. In deze publicaties ligt voor mij de fundamentele weerlegging van Douma’s boek.

Maar ook het boek Openbaring heeft een dimensie die bij Douma onderbelicht blijft. Ik herinner aan de verhandeling van Rom. 9 tot 11 van de achttiende-eeuwse Petrus Curtenius, die ten aanzien van de „verborgenheid” inzake Israël, Rom. 11:25, legt naast Openbaring 10:7 en Amos 3:7.

Dat „de christelijke politiek” aan Israël geen dienst bewijst door Jeruzalem „als ongedeelde hoofdstad te beschouwen, die alleen aan het volk van de Joden zou toebehoren”, vloeit uit de integrale visie van Douma voort, maar is naar mijn oordeel afdoende weerlegd door rabbijn R. Evers in een artikel in ”Het goede leven” onder de titel ”Jeruzalem moet joods zijn”.

Nogmaals, in (te) kort bestek geef ik slechts een paar hoofdlijnen aan van mijn kritiek. Ik besef dat de waardering op (politieke) onderdelen daaraan (helaas) ondergeschikt is gebleven. Daarom is het boek een symposium waard, waarin de zaken breder kunnen worden uitgewerkt.

N.a.v. ”Thuis in het beloofde land. Vijftien Joden over hun terugkeer naar Israël”, door Michiel Bakker e.a.; uitg. De Banier, Utrecht, 2008; ISBN 978 90 336 0770 7; 160 blz.; € 24,95;

”Erfdeel. Israël in politiek en profetie, door Wiesje de Lange; uitg. Kok, Kampen, 2008; ISBN 978 90 435 1542 9; 122 blz.; € 12,50;

”Christenen voor Israël? Verantwoording van een politieke keus”, door dr. Jochem Douma; uitg. De Vuurbaak, Barneveld, 2008; ISBN 978 90 556 0403 6; 142 blz.; € 12,90.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer