De minister van Plattelandszaken, Alun Michael, presenteerde een wetsvoorstel dat de hazen- en hertenjacht verbiedt, maar de oude traditie van de vossenjacht deels in ere houdt.

De regering wil een onafhankelijk tribunaal instellen dat in de toekomst moet bepalen of een verzoek voor een vergunning voor de vossenjacht wel of niet wordt ingewilligd. „Waar een activiteit geen nut heeft en wreed is, zal die niet meer mogen plaatsvinden”, verklaarde Michael.

In Groot-Brittannië wordt tijdens de jacht meestal niet op dieren geschoten, maar volgen jagers te paard een groep jachthonden die de prooi moeten doden. Uit peilingen is gebleken dat veel Britten de jachtsport wreed vinden.

Voorstanders stellen daarentegen dat de jacht een belangrijk deel uitmaakt van het leven op het platteland en dat een verbod duizenden mensen werkloos zal maken. Op 22 september betoogden ruim 400.000 voorstanders van de vossenjacht in de straten van Londen. De demonstratie, waaraan boeren, jachtopzieners en jagers deelnamen, was de grootste civiele betoging van de afgelopen 150 jaar in Groot-Brittannië.

Ook het parlement is verdeeld over de kwestie. Het Lagerhuis stemde in maart voor een algeheel verbod op de vossenjacht, terwijl het Hogerhuis voorstander was van minder strenge maatregelen. Naar verwachting zal ook het huidige voorstel op weerstand stuiten bij Labour-leden in het Lagerhuis.