Opinie

Breed verschil tussen leer en leven bij oudjaar

De onlusten waarmee de jaarwisseling op diverse plaatsen in de biblebelt vaak gepaard gaat, bezorgen drs. S. Stoop een ongemakkelijk gevoel. Waar komt dit hemelsbrede verschil tussen leer en leven vandaan?

26 December 2008 19:07Gewijzigd op 14 November 2020 06:58
„In dorpen waarin anders nooit iets gebeurt, zie je ineens confrontaties met de ME en geweld tegen de brandweer.” Foto: nieuwjaarsrel in Opheusden in 2004. Foto William Hoogteyling
„In dorpen waarin anders nooit iets gebeurt, zie je ineens confrontaties met de ME en geweld tegen de brandweer.” Foto: nieuwjaarsrel in Opheusden in 2004. Foto William Hoogteyling

„Nederland maakt zich op voor het grootste risico-evenement.” De voorgaande zin slaat niet op een belangrijke voetbalwedstrijd of op Koninginnedag. Nee, het gaat over de jaarwisseling.Het blijft voor mij een aparte gewaarwording om de jaarwisseling te zien als risico-evenement. Ik heb de term overigens niet zelf verzonnen. ”Nederlands grootste evenement” is de titel van een onderzoeksrapport van de Politieacademie. De onderzoekers analyseren daarin het verloop van de jaarwisseling 2007-2008 in een aantal gemeenten. Het rapport is een vervolg op ”Hoezo rustig?!” uit 2007.

De onderzoekers signaleren drie verschijnselen die tijdens oudejaarsnacht optreden, namelijk overmatig drankgebruik, zich uitlevende vandalen en een doorgeschoten traditie. Otto Adang hierover in politieblad Blauw: „Daar (o.a. de biblebelt) leeft het idee dat alles moet kunnen tijdens de viering van oud en nieuw. (…) In dorpen waarin anders nooit iets gebeurt, zie je ineens confrontaties met de ME en geweld tegen de brandweer. (…) Daar is het zoeken van een confrontatie zelfs een doel op zich geworden.”

Helaas herken ik het geschetste beeld. Er is mij door collega’s wel gevraagd waarom mensen zich zo gedragen, terwijl een deel van hen op zondag toch andere waarden en normen worden voorgehouden. Ik stond met een mond vol tanden.

Feest
Mijn eerste reactie was dat de relschoppers niet alleen ”refo’s” zijn; ook anderen misdroegen zich. Deze reactie werd echter later weer ondermijnd door de constatering dat een jaarwisseling rustiger was verlopen, omdat deze tijdens de weekwisseling viel. Blijkbaar ontbrak het gereformeerde deel van het publiek dat de zaak zo onrustig maakte…

Ik voel me met dit alles ongemakkelijk. Als gezagsdrager heb ik de verantwoordelijkheid om maatregelen te nemen om verstoringen van de openbare orde tegen te gaan en liever nog te voorkomen. Een van die maatregelen is het (laten) organiseren van een feest. Uit onderzoeken blijkt dat dit doorgaans een effectieve maatregel is. Duidelijk is echter dat een nieuwjaarsfeest geen christelijke bijeenkomst is waarvoor een zangkoor wordt uitgenodigd; dat levert dus uit kerkelijke kringen kritische kanttekeningen op.

Sommigen poneren zelfs de stelling dat een christen onder meer hierom vandaag de dag geen bestuurlijke verantwoordelijkheid meer kan dragen. Alsof we het openbaar bestuur dan maar aan anderen moeten overlaten. Mijn wedervraag aan critici is dan ook waarom kerkelijke gemeenten zelf niet iets organiseren voor ’hun’ jongeren. Hun imago is toch in het geding?

Ik constateer dat opinieleiders in de gereformeerde gezindte er niet echt in slagen hun gezag te laten gelden. Als zij niet meer in staat zijn de achterban aan te spreken op (het vervagen van) waarden en normen, wie dan wel? Vanwaar dit hemelsbrede verschil tussen leer en leven - als het ware zichtbaar voor de hele wereld?

Verspilling
We hebben de mond vol van het betonen van respect in woord en daad. We worden door vele bestuurders en politici opgeroepen tot verantwoord burgerschap. De gereformeerde gezindte betoont zich in bepaalde zin zeer betrokken op maatschappelijke vraagstukken vanuit de overtuiging dat er een boodschap is voor de wereld. Maar het gaat om woord én daad! Anders kan ons terecht worden verweten dat we zo graag het waarschuwende vingertje opsteken, behalve wanneer het onze kring zelf raakt.

Het grootste evenement kost onze samenleving tientallen miljoenen euro’s. Ik heb het gevoel dat velen zich wel druk maken over de verspilling aan vuurwerk, maar dat zij niet de moed hebben de kosten van alle vernielingen aan de kaak te stellen en jongeren (en helaas soms ook ouderen) daarop aan te spreken.

Om het concreet te maken: de kosten voor de gemeente Dirksland bedroegen vorig jaar ruim 50.000 euro (exclusief de kosten voor politie-inzet). Dat is ten minste 15 euro per huishouden of 5 procent onroerendezaakbelasting. Met zo’n bedrag kun je het plaatselijk verenigingsleven heel blij maken.

”Hoezo rustig?!” Een betere vraag die we ons kunnen stellen, is: ”Hoezo onrustig?!”

De auteur is burgemeester van de gemeente Dirksland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer