Modernisering leidt tot versimpeling
„Ikgerichtheid van het geloof en banalisering van de geloofstaal bedreigen de kerk.” Terug naar de traditie en vasthouden aan stijl en vorm, luidde het pleidooi op het jaarlijkse RRQR-congres in Ede.
Tijdens het congres van de oud-ledenvereniging van de CSFR bezon men zich op geloofsoverdracht onder het thema ”Corpus Christi Continua - Het einde van een traditie: falende overdracht van geloof en geloofswaarden!?”.
In een korte inleiding schetste socioloog drs. Wim H. Dekker de toestand van de kerk en de kerkgangers, waarbij hij specifiek de opvoeders op het oog had. Hij gebruikte het voorbeeld van een groepje jongeren in zijn eigen gemeente. „Ze noemen zich Youth Mission en vinden dat het anders moet: De kerkdienst is niet geschikt voor jongeren. Ze maken zich vooral bezorgd over de generatie 12- tot 18-jarigen, die er volgens hen alleen kan worden bijgehouden met „radicale geloofstaal”, bij voorkeur in het Engels. De radicaliteit van de net behandelde zondag 1 tot en met 4 van de catechismus was hen kennelijk ontgaan”, aldus Dekker.
Groepjes als deze zijn exemplarisch, betoogde hij. „En het is opvallend hoe slecht onze generatie daar een antwoord op heeft.” Een spagaathouding is het gevolg: „De huidige veertiger ziet zich vaak aan het onderhandelen: behoudend blijven voor zijn ouders, en een beetje dynamiek toestaan aan de jongeren. Maar wat geloven we zelf eigenlijk?”
We schipperen tussen traditie en verpsychologisering van het geloof: Wat beleef jij bij deze tekst? Dekker: „De leer wordt losser gemaakt. Sommigen worden boos als leerinhouden ter sprake komen: schuld, uitverkiezing, hemel en hel. Ik voel soms vervreemding in de omgang met mijn generatie alsof ik de enige ben die daar ’nog’ in gelooft. Terwijl ze van wezenlijk belang zijn.”
Dekker ziet in de kerken een „kaalheid, en een opkomend verlangen naar inhoud.” De oplossing zou volgens hem kunnen schuilen in een terugkeer naar de traditie. „Naar het besef van een God Die liefde én gerechtigheid vraagt. Dat is heel wat om over te dragen op jongeren. Maar het is erg kaal en arm als dat niet meer kan of mag of wordt gedurfd.” Hij pleitte voor continuïteit in de behandeling van de bijbelboeken en voor meer leerelementen in de preek „ter bijscholing.”
Algemeen werd een subjectivering van het geloof geconstateerd. Prof. dr. F. G. Immink, hoogleraar praktische theologie in Utrecht, probeerde het klimaat binnen de kerk te duiden. „Je zou zeggen dat het de kerk juist gaat om persoonlijk geloof. Het mondt echter uit in deconfessionalisering en deïnstitutionalisering”, aldus Immink. „Het religieuze als een functie van de mens, ofwel wilde devotie.”
Het langzaam afhaken voltrekt zich -vooral in de Hervormde kerk- snel, betoogde prof. Immink. „Ook onder ouderen. De kerk is hen niet meer de moeite waard, waar alles klip en klaar is en waar op het laagste niveau wordt gecommuniceerd.”
Het gaat bij geloofsoverdracht om het doorgeven van kernfragmenten, aldus de hervormde hoogleraar. „De rechtvaardiging en de inwoning van het heil zijn snijpunten in de omgang met God. Die komen niet voort uit ons zoeken naar zin en betekenis. Het gaat er verder niet om of de gemeente een saamhorige of gezellige club is, maar of haar basale functies worden uitgevoerd. De zorg om het wel en wee van de medemens moet daarbij centraal staan.”
En daarbij kan best worden vastgehouden aan stijl en vorm. „Die mogen niet worden prijsgegeven aan vulgarisering en banalisering. Soms mag de ruif wel wat hoger worden gehangen. Ook in de kerk gaat het er wel eens platvloers aan toe. Onder het mom van verstaanbaarheid wordt het geheimenis van God en Zijn Woord plat verwoord en uitgebeeld. Kruimeltjes vergeleken met de voorbeelden die de Schrift biedt”, aldus prof. Immink.
Hij schetste een beeld dat journaliste Agnes Amelink onderschreef. De auteur van het boek ”De gereformeerden”, waarin ze de ondergang van de gereformeerde zuil beschrijft, zei tijdens de forumdiscussie dat de gereformeerde gezindte aan dezelfde gevaren blootstaat. „Wees zuinig op de taal die je in huis hebt”, zei ze. „Met modernisering komt niet zelden de versimpeling in huis.”
Bevindt de Gereformeerde Bond zich slechts in een faseverschil met de Gereformeerde Kerken? luidde de vraag. Amelink: „Niet zolang het voorleven middel tot geloofsoverdracht blijft: bidden, bijbellezen en naar elkaar omzien. En je niet verliezen in het zoeken naar oplossingen van: Laten we het zus of zo doen. Als het daarvan moet komen, vergeet het dan maar.”