Dat heeft het college van toezicht van het Nederlands Instituut voor Psychologen (NIP) geoordeeld na een klacht van de vader van Rochelle en Rowena, Martin Huisman.

Wolters krijgt van het college een officiële waarschuwing opgelegd. De gemachtigde van Huisman ontving donderdag de uitspraak en het bijbehorende rapport. Een woordvoerster van het NIP zei vrijdag niet op de uitspraak te kunnen ingaan, omdat het oordeel van het tuchtcollege een „vertrouwelijke” kwestie is.

Het college verwijt de psycholoog dat hij na zijn onderzoek niet voldoende maatregelen heeft genomen voor de nazorg van Rochelle bij de verwerking van haar traumatische ervaringen. Ook heeft hij Huisman onvoldoende mogelijkheid geboden om zijn rapportage in te zien en eventueel te corrigeren. Uit het rapport blijkt voorts niet langs welke methode Wolters de bevindingen van Rochelles pleegmoeder, haar tante, op getrouwheid heeft getoetst.

Wolters, volgens het college een ervaren onderzoeker, kreeg de opdracht voor het psychologisch onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming. Het college overweegt dat zijn tekortkomingen mogelijk veroorzaakt zijn door de ernst van de feiten die tijdens het onderzoek bleken en door compassie met Rochelle en Rowena. Toch vindt het orgaan dat een ervaren onderzoeker zijn emoties een plaats moet kunnen geven zonder dat dit het onderzoek beïnvloedt.

De klacht van Huisman dat de psycholoog specifieke details over Rochelle in de pers zou hebben gebracht wees het college af. Ook het feit dat Wolters het meisje onder toestemming van de familie vertelde dat haar zusje was overleden, vindt het college niet verwijtbaar.