Arbitrage over afdracht JSF–orders
De bedrijven die opdrachten krijgen voor de bouw van het Amerikaanse gevechtsvliegtuig JSF hebben arbitrage aangespannen tegen het ministerie van Economische Zaken. Zij vinden dat ze een te groot deel van hun omzet uit de JSF moeten afdragen aan de overheid.
De Nederlandse overheid besloot in 2002 voor 800 miljoen dollar mee te doen aan de ontwikkeling van het Amerikaanse gevechtsvliegtuig. De Nederlandse industrie kwam daardoor in aanmerking voor Amerikaanse orders. De overeenkomst zou de belastingbetaler niets moeten kosten. Daarom zou de industrie een in 2008 te bepalen percentage van de omzet moeten afdragen.Over dat percentage hebben de bedrijven maandenlang onderhandeld met Economische Zaken, maar de partijen kwamen er niet uit.
Volgens Economische Zaken gaat het nu nog om een bedrag van 308 miljoen euro. De staat heeft eind vorige maand bepaald dat de insdustrie daartoe 10,1 procent van de omzet zal moeten afdragen.
De industrie denkt tot 2052 werk te kunnen hebben aan de JSF, maar vreest nu dat ze door het hoge afdrachtpercentage uit de markt wordt geprijsd door buitenlandse concurrenten.
Sinds de overeenkomst in 2002 werd gesloten, is de koers van de euro onverwacht hard gestegen ten opzichte van de dollarkoers. Dat is mede bepalend voor de hoogte van het afdrachtpercentage. De industrie stelt zich op het standpunt dat de overenkomst de staat zoveel voordelen biedt, dat er helemaal geen afdracht meer nodig is.
Het geschil wordt nu voorgelegd aan drie arbiters. één van hen wordt benoemd door de staat, een tweede door de industrie. Beide arbiters wijzen een derde aan. De arbiters zullen uiterlijk over negen weken uitspraak doen.