Studiehuishavisten scoren beter op hbo
Havo-leerlingen uit het studiehuis halen in het eerste jaar van het hbo gemiddeld vier studiepunten meer dan hun schoolgenoten die het havo in de oude stijl hebben gevolgd.
Dit staat in een onderzoek dat onder eerstejaarsstudenten van de Haagse Hogeschool, de Hogeschool Leiden en de Technische Hogeschool Rijswijk werd gehouden.
Het studiehuis werd in 1999 ingevoerd om leerlingen zelfstandiger te laten werken en ze zo beter voor te bereiden op het hoger onderwijs. De leerlingen hebben daarbij geen vakkenpakket meer, maar moeten kiezen uit profielen zoals economie(&(maatschappij en natuur(&(techniek. Ook moeten ze vaker in zelfstandige projectgroepen werken. Daarbij staat de docent minder voor de klas en fungeert hij meer als studiebegeleider.
Havisten uit het studiehuis verwierven in het studiejaar 2001-2002 van het hbo gemiddeld 31 van de maximaal haalbare 42 studiepunten. Hun jaargenoten die het havo op de oude manier hebben doorlopen, scoorden gemiddeld 27 studiepunten. Ook de uitval op hogescholen met een bindend afwijzend studieadvies was 5 procent lager onder de studiehuisstudenten dan bij die uit de oude stijl. Bij zo’n advies heeft de student onvoldoende punten gehaald om verder te mogen leren en moet hij de school verlaten.
Hoewel het studiehuis succes lijkt te hebben, kan de aansluiting van het havo op het hbo beter. Dit blijkt uit een intern onderzoek van de Haagse Hogeschool. Volgens dat onderzoek besteden de middelbare scholen wel genoeg aandacht aan vaardigheden zoals plannen, zelfstandig werken en het werken aan grote opdrachten. Ze leren de technieken echter anders aan dan ze op de hogescholen worden gebruikt. Op hogescholen waar met projectgroepen wordt gewerkt, zijn de verschillen tussen de oude en de nieuwe havo-leerlingen wel kleiner.
S. ter Steeg van de Haagse Hogeschool benadrukt dat dit voorlopige conclusies zijn. „De middelbare scholen werken pas kort met het studiehuis. Als zij en de hogescholen meer gaan samenwerken, zal de aansluiting wel beter worden.”