Vanwege personele tekorten en bezuinigingen bedraagt de omvang van de leerstoelen op dit moment slechts een halve arbeidskracht, terwijl er in het recente verleden drie universiteiten waren die bijzondere hoogleraren onderwijsrecht in dienst hadden. Plasterk maakte zijn voornemen gisteren per brief bekend aan de Tweede Kamer.SGP-fractievoorzitter Van der Vlies was de voortrekker om de bijzondere leerstoelen in stand te houden. Deze stoelen bevinden zich aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, de Vrije Universiteit Amsterdam en de Universiteit van Tilburg. Alleen in Tilburg is nog een parttimehoogleraar onderwijsrecht werkzaam. De bijzondere hoogleraren onderwijsrecht zijn specialisten op het gebied van grondwetsartikel 23, waarin de vrijheid van onderwijs is vastgelegd.

Het extra geld voor de leerstoelen komt per 1 januari beschikbaar en zal worden verdeeld over een periode van drie jaar. De drie universiteiten moeten een gezamenlijk plan indienen waaruit blijkt wat zij zelf willen investeren in de handhaving van de leerstoelen.

Plasterk zoekt ook naar een structurele oplossing voor de financiering. Hij suggereert dat de bijzondere leerstoelen geïntegreerd kunnen worden in een bestaande faculteit. De eerste reacties op de brief zijn positief, zo bleek gisteren in de marge van het voortgezette debat over de onderwijsbegroting.

Coalitiepartner ChristenUnie uitte gisteren tijdens de begrotingsbehandeling wel kritiek op het voorstel van minister Plasterk om het keuzemoment van leerlingen voor een vervolgopleiding uit te stellen. Fractievoorzitter Slob heeft geen enkele behoefte aan stelselwijzigingen in het onderwijs. Volgens hem is het zinvoller om te investeren in betere begeleiding van de jongeren en in het vereenvoudigen van de overstap van vmbo naar havo.