Mukhanyo, licht in duister Afrika
In het nieuwe onderkomen van de Theologische School Mukhanyo, in de vrijwel uitsluitend zwarte Zuid-Afrikaanse stad KwaMhlanga (spreek uit: Kwamsjlanga), is het een drukte van belang. Studenten lopen van de ene collegezaal naar de andere. Tussen de middag vullen ze hun bord in de keuken, onder een veranda eten ze, samen met de docenten. Met stil gebed wordt begonnen. Na de maaltijd gaat een van de studenten in de schaduw van een boom staan en sluit af met schriftlezing, een korte overdenking en gebed. Het jonge Mukhanyo heeft al acht docenten die op deze opleiding eerder zelf student waren.
Om predikanten op te leiden, is (zeker in Afrika) meer nodig dan een goed docententeam. Visie op de bijbelse opdracht en op de cultuur is wezenlijk. „De bijbelse opdracht het Evangelie te verkondigen, moet leven bij bestuur, docenten en studenten. Maar grondige kennis van de cultuur en van het Afrikaanse denken zijn niet minder belangrijk. Evangelieverkondiging moet handen en voeten krijgen omdat woord en daad één geheel vormen”, zegt prof. dr. Flip Buys.
Prof. Buys is de drijvende kracht achter Mukhanyo. Hij heeft de statuur van Goliath. Deze dopper (lid van de Gereformeerde Kerk van Zuid-Afrika) is bevlogen en begaan met het lot van de zwarte Zuid-Afrikaan. Zijn geestelijke vrienden vindt hij wereldwijd. Goede connecties heeft hij met predikanten uit de bevindelijke richting van de Nederlandse Hervormde Kerk, zoals zij die bij Stichting Stéphanos betrokken zijn. Maar ook predikanten van de Kosin Presbyterian Church in Korea en velen uit de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in Nederland zijn bij de opleiding betrokken.
Steeds meer studenten vinden hun weg naar KwaMhlanga. Ze zijn daar dan van dinsdag tot en met donderdag. Vanaf het begin van hun studie zijn ze, begeleid door een mentor, buiten de dagen dat ze college volgen actief in een gemeente.
Het bestuur van de bijbelschool bestaat uit christelijke gereformeerde leden alsmede leden van de Gereformeerde Kerk van Zuid-Afrika (de zogeheten Doppers) en leden van onafhankelijke Afrikaanse kerken en van de zending van de Zuid-Afrikaanse Vrye Gereformeerde Kerke.
Brede opstelling
De computers in de zaal waar de studenten communicatievaardigheden worden bijgebracht, zijn een geschenk van de uit het Nederlandse Baan-concern voortgekomen hulporganisatie Oikonomos te Putten. Het naast het college gelegen tuinproject, bedoeld om Afrikaanse gezinnen te leren voor zichzelf te zorgen, zal een paar jaar lang worden gerund door onder anderen een Nederlander. Het is een gepensioneerde apotheker uit Noord-Holland die zich via de gereformeerd vrijgemaakte organisatie De Verre Naasten (vereniging tot betrachten van barmhartigheid buiten Nederland) verdienstelijk maakt. Zijn echtgenote neemt de computeropleiding voor haar rekening.
Er zullen niet zo veel andere plaatsen op aarde te vinden zijn waar de kleine gereformeerde oecumene zo bloeit als in dit dorre land, zo’n 100 kilometer noordoostelijk van Pretoria. In het hoesje van een cd met prachtige Afrikaanse klanken, meerstemmige bassen en tenoren zit een boekje waarin staat dat Mukhanyo een licht in de duisternis wil zijn. Het zou echter ook toepasselijk zijn geweest om te zingen over het groen dat uitbundig bloeit in het dorre land.
Aan het beleidsplan van de Theologische School liggen drie hoofdvragen ten grondslag. Prof. Buys vertelt ze met verve. Vrij vertaald komt het erop neer dat de eerste vraag is welke eisen aan een Afrikaanse voorganger mogen worden gesteld, wil hij een goed instrument zijn in de wijngaard van de Heere. „Wij moeten in de tweede plaats ook beseffen in welke omgeving onze studenten moeten gaan functioneren. Dat heeft gevolgen voor hun toerusting.”
Vraag drie noemt hij de meest praktische: „Hoe kunnen we zo snel en zo doeltreffend mogelijk zo veel mogelijk voorgangers opleiden en tegelijk vanuit de kerk aangestuurde hulpprojecten verwezenlijken?”
Op die drie vragen gaat het beleidsplan uitvoerig in. Daarbij geldt 1 Korinthe 11:1, waarin het gaat over het belang van schriftgetrouwe voorgangers, als leidraad. Maar ook Efeze 4:11-16 wordt aangevoerd om duidelijk te maken dat een goede opleiding en een waarachtige roeping van Godswege noodzakelijk zijn. Verder geldt dat men graag optrekt met alle schriftgetrouwe kerken en voorgangers die Gods Woord onderschrijven. Woord en daad, evangelieverkondiging en sociale hulpverlening, zoals armoedebestrijding, moeten daarbij hand in hand gaan, is het devies van Mukhanyo. Flip Buys: „Het Evangelie is het meest wezenlijke element, maar het moet niet los geleverd worden.”
In Mukhanyo wil men de studenten bijbelkennis bijbrengen, maar ook een bijbelse visie op de werkelijkheid. Buys: „Het gaat vooral ook om bevindelijke kennis: Christus moet wassen en wij moeten minder worden. Dat is ware geloofsgroei. Liefde tot God en zodoende ook liefde tot de naaste is van levensbelang.”
Syncretisme
Prof. dr. Buys is van mening dat juist in de Afrikaanse context predikanten goed opgeleid moeten zijn. Hij schildert in zijn werkplek (een cabine, want de nieuwbouw is alweer te klein) welke uitdagingen de kerk in Afrika heeft. „Syncretistische kerken, waarin heidendom en christendom vermengd worden, groeien in Afrika als kool. Jaarlijks groeien ze met 6 procent, terwijl doorsnee kerken en groepen nauwelijks 3 procent per jaar toenemen. Door de oorlogen in Afrika telt Zuid-Afrika een miljoen geregistreerde vluchtelingen, terwijl naar schattingen enkele miljoenen illegaal in het land verblijven. Corruptie is in heel Afrika gemeengoed.”
Mukhanyo geeft een cd-rom uit met daarop het programma en de beleidsvisie van de school. Daaruit blijkt voor welke enorme uitdagingen de kerk in Zuid-Afrika staat. De cd leert dat van de 453.676 inwoners in de directe omgeving van KwaMhlanga er 309.233 geen inkomen hebben. Een groep van rond de 30.000 mensen verdient tussen de 200 en de 500 rand (20 tot 50 euro per jaar) en slechts enkele duizenden verdienen meer dan 450 euro per jaar. Een paar honderd mensen behoren, met een inkomen van meer dan 1600 euro per jaar, tot de top van de samenleving.
Concreet betekent dit dat flink wat predikanten een gemeente dienen waar meer dan 90 procent van de leden werkeloos is. Slechts enkele voorgangers ontvangen een financiële vergoeding voor hun werk. Diaconaat komt niet van de grond door gebrek aan middelen.
Van de voorgangers in traditionele kerken in zuidelijk Afrika is 99 procent tentenmaker. Dat is trouwens ook in toenemende mate in meer gevestigde kerken het geval. Tentenmakers zijn voorgangers die zelf werken om in hun onderhoud te voorzien. „Een vervelend neveneffect daarvan is”, zegt prof. Buys, „dat veel Afrikanen westerse kerken als hun financiële redders zien en dus cultureel afhankelijk zijn. Mede daarom wil Mukhanyo geestelijke leiders ook leren hoe ze verantwoord met geld kunnen omgaan en hun bijbrengen dat het goed is financieel onafhankelijk te zijn. Dat geldt de kerk, maar ook de afzonderlijke leden en hun gezinnen. Daarom worden de studenten vaardigheden bijgebracht om kleine onderneminkjes op te zetten.”
Wat ondernemerschap in de kerk betreft, zegt Buys, „leren we voorgangers hoe het diaconaat opgezet moet worden en hoe dat ook daadwerkelijk gestalte krijgt als er in het begin geen cent voorhanden is.”
Aids
De aids-problematiek is in zuidelijk Afrika aangrijpend. De aantallen van mensen die aids hebben of dreigen te krijgen, zijn huiveringwekkend. „Wij geven in onze opleiding aandacht aan de zorg voor deze patiënten.”
Buys ziet de christelijke gemeenschap uit de Middeleeuwen, die te midden van de pestepidemieën zorgzaam bleef voor iedereen, als het grote voorbeeld. „Zo moet de christelijke kerk een zorgzame gemeenschap zijn voor aids-patiënten en voor de duizenden aids-wezen. Dat moet een getuigenis zijn.”
De uitdagingen voor de kerk in zuidelijk Afrika zijn legio. „Vanwege de grote groei van het syncretisme heeft men in Mukhanyo extra aandacht voor een christelijke wereldbeschouwing”, zegt prof. Buys. „Bestrijding van syncretisme staat hoog op de agenda. Dat krijgt onder andere gestalte in de colleges exegese.
We ontdekten dat sommige voorgangers van onafhankelijke kerken bij bepaalde gelegenheden met een beroep op het Oude Testament as in een emmer water deden en dat uitsprenkelden. Maar het bleken uiteindelijk heidense ceremoniën te zijn. Je moet de cultuur daarom door en door kennen. En door een goede exegese moet je kunnen beoordelen of bepaalde passages uit de Bijbel niet misbruikt worden.”
Om aankomende predikanten ook snel met de praktijk in aanraking te laten komen, heeft de leiding van Mukhanyo gekozen voor praktische begeleiding door middel van de zogenoemde inservicetraining. Buys: „Ons voorbeeld is de wijze waarop de Heere Jezus met de discipelen optrok. De discipelen kregen mondelinge lessen, zeg maar colleges, maar waren er ook getuige van hoe de Heere Jezus optrad. Eigenlijk is het een soort vicariaat waarin wat geleerd is direct toegepast moet worden. Filippensen 4:9 geeft wat dat betreft een heldere heenwijzing: „Hetgeen gij ook geleerd en ontvangen en gehoord en in mij gezien hebt, doet dat; en de God des vredes zal met u zijn.””
Begeleiding
De nood in de derde wereld is groot. En dat niet alleen materieel. Prof. Buys: „De vergaderingen van Topic (Training of Pastors International Coalition, een oecumenisch overleg waarin organisaties zoals Mukhanyo samenwerken om opleidingen uit te bouwen) hebben onderzoekers uitgerekend dat wereldwijd ongeveer 2 miljoen voorgangers in derdewereldlanden de meeste elementaire opleiding missen. Als we uitsluitend academici willen afleveren, leiden we alleen een kleine top op. In de praktijk blijken die theologen weinig praktisch gericht te zijn. En ze zijn bovendien onbetaalbaar voor de arme kerken. Vandaar dat onze filosofie bij Mukhanyo is dat wij zo veel mogelijk voorgangers willen klaarstomen. De begeleiding van de studenten buiten de opleiding vraagt veel aandacht.”
Woord en daad horen bij elkaar, zegt Buys. „Aan de theologische vakopleiding is een programma voor ontwikkelingswerk gekoppeld. De opleidingen worden afgesloten met in Zuid-Afrika erkende diploma’s. Het niveau ervan wordt bewaakt doordat we aan de universiteit van Potchefstroom zijn gelieerd en zodoende geregistreerd zijn door de departement van Onderwijs.”
Met dankbaarheid kijkt prof. Buys terug op de jaren van voorspoedige maar beheerste groei van zijn school. In 1993 wilde een aantal theologen komen tot een meerdaagse gecentraliseerde opleiding voor de onafhankelijke zwarte kerken. In 1995 waren er vijf studenten. In de jaren erna kwamen fondsen ter beschikking, meestal van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland, maar onder andere ook uit Amerika en Korea. Er werden gebouwen neergezet, er kwam een bibliotheek. In 1997 kreeg Mukhanyo universitaire erkenning voor de cursussen op hoger niveau, terwijl die cursussen op lager niveau nu door het ministerie van Onderwijs van de nationale regering erkend worden. Daarna kwamen er contacten met weeshuizen waar slachtoffers van aids werden opgevangen. Studenten en leden uit hun kerken helpen daar nu.
Afstandsonderwijs
Wat begon als een wolkje als eens mans hand, groeit langzaam maar zeker uit. Prof. Buys ziet er Gods zegenende hand in. Hij somt op: „Rond de zestig studenten zijn nu op allerlei niveaus actief. Dertig oud-studenten dienen als voorganger vooral onafhankelijke gemeenten in zuidelijk Afrika. Rond de 200 mensen volgden korte cursussen voor evangelisatie of zondagsschoolwerk. Acht studenten zijn ondertussen docent, de eerste 21 adoptieouders voor aids-wezen zijn geschoold. De eerste tien werkers om mensen te leren zelf een groentetuin op te zetten, doen met enthousiasme hun voorlichtend werk. Zestig pastoraal werkers hebben inmiddels hun studie afgerond en blijven via afstandsonderwijs voor bijscholing verbonden aan Mukhanyo.”
De Theologische School heeft ook een toekomstvisie, zegt Buys. „Voorlopig streven we naar 500 studenten binnen tien jaar. We hopen twintig voltijdsdocenten te krijgen. Korte cursussen over jeugdwerk, evangelisatie, huwelijkscounseling, christelijk ondernemerschap en muzikale vorming komen in het lesaanbod voor. En er moet ook meer opvang komen voor aids-wezen.”
Het docentenkorps hoopt vanuit KwaMhlanga drie satellietopleidingen van de grond krijgen in Zuid-Afrika. Er zijn ook verzoeken ontvangen om te helpen met de opzet van opleidingen in Zambia, Rwanda en Botswana. Prof. Buys: „Een professioneel plan is mooi, maar daarvoor is uiteraard niet alleen veel gebed nodig, maar ook veel praktische inzet. We hebben goed opgeleide maar bovenal -hoe zeggen jullie dat ook al weer in Nederland- bevindelijke en bewogen docenten nodig.”
Buys is ook een beetje zakenman. Er vallen enkele getallen. „Jaarlijks is er rond de 600.000 euro nodig voor salarissen. Eenmalig moet er een half miljoen euro komen voor nieuwbouw. De bibliotheek wil uitbreiden naar 10.000 titels. Tijdelijke docenten zijn van harte welkom. En meer computers ook trouwens.”
De visie van Mukhanyo laat zich eenvoudig samenvatten. De theologische school wil een licht zijn. Niet alleen in het land van Thabo Mbeki, maar in heel zuidelijk Afrika. Het studentenkoor van Mukhanyo zingt over licht dat wil schijnen in de duisternis.