Vrij beheer, tien jaar een twistappel
Het hof in Den Haag buigt zich maandag opnieuw over de kerkvoogdijkwestie. Veertig hervormde gemeenten tekenden voor de tweede keer beroep aan tegen het besluit van de rechtbank in Den Haag dat zij verplicht zijn hun vrij beheer los te laten. In tien jaar tijd zien de gemeenten en het moderamen van de synode van de Nederlandse Hervormde Kerk elkaar voor de vijfde keer bij de rechter.
Het begon allemaal in 1991. Toen aanvaardde de hervormde synode een kerkordewijziging die hervormde gemeenten verplichtte hun vrij beheer op te geven. Weliswaar geldt sinds de invoering van de kerkorde in 1951 in de Hervormde Kerk de hoofdregel dat gemeenten hun financieel beheer onder toezicht van de provinciale kerkvoogdijcommissie (PKC) stellen. Toen werd tevens vastgesteld dat een college van kerkvoogden voor meer dan de helft uit ouderlingen (met een beheeropdracht) moet bestaan.
Cruciaal is echter dat gemeenten zelf mochten beslissen of zij met het beheer van het kerkelijke geld en goed doorgingen zoals ze gewend waren of dat zij overgingen op de nieuwe vorm van beheer. Aanpassing was vrijwillig.
Dat laatste veranderde in 1991. Toen besloot de hervormde synode –in verdubbelde samenstelling, met vier stemmen tegen– tot een kerkordewijziging. Die stelde de aanpassing verplicht en gaf daarvoor de tijd tot 1 januari 1996. Dan moest er in alle hervormde gemeenten één vorm van beheer zijn. Een maand voor die datum waren 993 van de 1400 hervormde gemeenten daadwerkelijk aangepast.
Over de rechtsgeldigheid van het synodebesluit uit 1991 vraagt een aantal vrijbeheergemeenten maandag voor de vijfde keer het oordeel van de rechter. Sommige gemeenten zijn alleen tegen aanpassing omdat deze het Samen op Weg-proces zou bespoedigen. In de toekomstige SoW-kerk is immers geen plaats voor meer dan één beheersvorm. Een kleiner aantal heeft principiële bezwaren tegen de figuur van ouderling-kerkvoogd. Deze zou een vierde ambt vertegenwoordigen, dat niet uit de Bijbel is af te leiden.
Vijfmaal
De eerste maal dat vrijbeheergemeenten naar de rechter gingen, was in 1992. Toen stapten 73 gemeenten naar de rechtbank omdat ze de kerkordewijziging van 1991 niet-verbindend wilden laten verklaren. De rechter gaf in 1995 echter de Hervormde Kerk gelijk. De kerkordewijziging is verbindend.
In hoger beroep, dat 54 gemeenten daarop aantekenden, vernietigde het Haagse hof in 1997 dit besluit. Het gerechtshof verwees hen naar de kerkelijke rechter (de Generale commissie voor de behandeling van bezwaren en geschillen). Deze geschillencommissie stelde 62 gemeenten eind 1998 in het ongelijk. Het hoogste gezag berust trapsgewijze, via kerkenraad en classis, bij de generale synode, aldus de kerkelijke rechter.
De arrondissementsrechtbank in Den Haag, die op verzoek van 44 gemeenten de uitspraak van de kerkelijke rechter toetste, stelde zich in april vorig jaar helemaal achter die uitspraak. Veertig van de toen nog 44 procederende gemeenten besloten beroep in te stellen bij het Haagse hof. De pleidooien van beide partijen hebben maandag plaats.
Argumenten
De argumenten van beide partijen zijn inmiddels wel zo ongeveer bekend. De Hervormde Kerk heeft drie redenen aangevoerd om de kerkorde te wijzigen: het bestaan van twee kapiteins op één schip: kerkenraad en kerkvoogdij; het bestaan van verschillende beheersregelingen is een hinderpaal voor SoW; en aanpassing op basis van vrijwilligheid is in veertig jaren niet geslaagd. De rechtbank noemde deze redenen eerder „valide."
De Hervormde Kerk betoogt telkens dat de kerk een presbyteriaal-synodale structuur heeft en dat de hervormde synode daarom de bevoegdheid heeft kerkordebepalingen op te stellen die geldig zijn voor alle gemeenten. Ook wat betreft het beheer.
De vrijbeheergemeenten zien zichzelf –in overeenstemming met het Burgerlijk Wetboek– als zelfstandige onderdelen van de Hervormde Kerk, maar stellen daarbij dat ze in één opzicht buiten het kerkverband staan: er is geen bovenplaatselijk toezicht op de wijze waarop kerkvoogdijen de gelden en goederen beheren. Daarom heeft de hervormde synode volgens hen geen recht op dit terrein regels op te leggen.
Dat beheer en toezicht niet tot het werk van de synode zouden behoren, zoals de gemeenten verdedigen, kon de rechter echter niet uit de kerkorde aflezen. Van een zuiver presbyteriaal stelsel, –een organisatie van onderaf dus– is in de Hervormde Kerk geen sprake, oordeelde de rechtbank vorig jaar.
Tot op heden ging de rechter met de redenering van de kerk mee en werd de eis van de vrijbeheergemeenten steeds afgewezen. Dat betekent dat hun advocaat mr. L. Hardenberg een moeilijke taak wacht. Temeer omdat het Haagse hof vorig jaar december zelf in een van de Ouddorp-arresten al expliciet aangaf dat de kans dat de vrijbeheergemeenten in de lopende bodemprocedure in het gelijk worden gesteld, gering is.
De grote vraag is of de gemeenten maandag nog argumenten weten aan te voeren om de rechter te overtuigen. Het ligt in de lijn der verwachting dat mr. Hardenberg met hetzelfde Ouddorp-arrest in de hand opnieuw de plaatselijke zelfstandigheid zal onderstrepen. Het hof argumenteerde vorig jaar dat de niet-aangepaste gemeente Ouddorp zich aan de kerkelijke regels dient te onderwerpen indien en zolang zij ervoor kiest om als (zelfstandig) onderdeel binnen de kerk te functioneren. En juist dit laatste onderstreept toch weer het gewicht van lokale besluiten.
Complicatie
Gelet op de eerdere uitspraken, staat de Hervormde Kerk in de huidige kerkvoogdijkwestie ijzersterk. Inmiddels is er voor de landelijke kerk wel een complicerende factor opgetreden. Steeds heeft de kerk voor de rechter betoogd hoe wenselijk het is dat de kerk nu eindelijk eens komt tot één vorm van beheer. Twee vormen naast elkaar handhaven om de vrijbeheergemeenten tegemoet te komen, is voor haar geen optie.
Nu er bij een groot aantal plaatselijke gereformeerde kerken weerstand is ontstaan tegen het feit dat zij hun plaatselijke zelfstandigheid verliezen als ze Samen op Weg gaan, zal de gereformeerde synode hun op een of andere manier tegemoet moeten komen. Een besluit hierover valt pas in maart. Een flink aantal gereformeerden wil dat er straks in de verenigde kerk verschillende vormen van beheer komen.
Maar het kan natuurlijk in Samen op Weg-verband bezien niet zo zijn dat de Hervormde Kerk akkoord gaat met een grotere vrijheid voor plaatselijke gereformeerde kerken in de toekomstige verenigde kerk, terwijl ze die tegelijkertijd ontzegt aan eigen hervormde gemeenten. De triosynode staat hiermee opnieuw voor een besluit waarbij ze tussen verschillende klippen door zal moeten zien te varen.
De slepende kwestie heeft de Hervormde Kerk inmiddels al meer dan een miljoen gulden gekost.