Het bedrijf zou begin 2007 niet genoeg veiligheidsmaatregelen hebben genomen bij de bestrijding van ongedierte in het pand van de UWV in Apeldoorn. Een bewaker zou daardoor een blijvende longaandoening hebben opgelopen.De bewaker, een 40-jarige man uit ’t Harde, deed zijn ronde door het gebouw kort nadat medewerkers van Rentokil de ruimtes hadden behandeld tegen het zogenaamde zilvervisje. De bewaker kreeg plotseling last van zijn ogen, benauwdheid en duizeligheid. Hij heeft een schoonmaakster nog gewaarschuwd dat er iets mis in het gebouw was en ging diezelfde avond naar het ziekenhuis, waar longembolie werd geconstateerd.

Zijn longarts legde een verband met het door Rentokil gebruikte bestrijdingsmiddel Fendona. Volgens de gebruiksaanwijzing van dat middel moet de ruimte eerst twee uur grondig geventileerd worden voor er mensen mogen komen. Justitie stelt dat de bestrijders daar niet genoeg voor hebben gewaarschuwd. Ook vindt aanklager S. Buist dat ze waarschuwingsborden of linten hadden moeten aanbrengen om op het gevaar te wijzen. Hij stelt hun werkgever verantwoordelijk.

Namens het bedrijf werd aangevoerd dat er geen verband kan worden gelegd tussen de ziekte van de bewaker en het gebruikte bestrijdingsmiddel. Het middel is onder lage druk in gaten en kieren gespoten en verdampt nagenoeg niet in de lucht, waar de bewaker het ingeademd zou moeten hebben.

De bewaker stelt dat hij de ziekte Rads heeft opgelopen, een vorm van ongeneeslijke astma die ontstaan is door factoren van buitenaf, waarvan in Nederland nog maar weinig gevallen zijn beschreven. Er loopt een civiele procedure om de schade op Rentokil te verhalen.

Uitspraak op 22 december.