Opinie

Kerk heeft belijdenis al eerder verlaten

Niet pas de SoW-kerk verlaat de belijdenis, maar de Hervormde Kerk deed dat al veel eerder. Dus is er geen reden om zich nu af te scheiden van de kerk, stelt ds. D. J. Budding.

28 November 2002 07:31Gewijzigd op 13 November 2020 23:58

Hoezeer ik ook vurig en biddend hoop dat de nieuwe SoW-kerkorde en de daarmee verbonden fusie worden afgestemd, ben ik toch van mening dat onze Hervormde Kerk reeds veel eerder van het exclusief gereformeerde spoor is afgegaan. Daarom kan de voorgenomen wijziging in de grondslagformule nu geen wettige reden zijn voor hervormden om de kerk alsnog te verlaten, ook als zij fuseert.

In het jaar 1816 traden ingrijpende veranderingen op voor de Hervormde Kerk. De koning die toen als een absoluut vorst regeerde, legde de kerk het Algemeen Reglement op. Daarmee werden de Dordtse kerkorde en feitelijk ook de Drie Formulieren van Enigheid praktisch afgeschaft. In dit reglement wordt namelijk over de Drie Formulieren niet meer gerept. De ambtelijke vergaderingen werden niet op wettige wijze door de kerk zelf gekozen, maar ze werden door de koning benoemd. Het Algemeen Reglement was de nieuwe kerkorde.

Hiertegen kwam wel protest. Verschillende particuliere personen en enkele classes hebben protest aangetekend. Maar deze protesten tendeerden op geen enkele wijze naar afscheiding.

Een belangrijk artikel in dit Algemeen Reglement was artikel 9. Daarin werd gesproken over „de handhaving van de leer der kerk.” Wat is nu de leer van de Hervormde Kerk? Daarover zou de strijd gaan in de 19e eeuw en tot op de huidige dag. Wanneer heeft de Hervormde Kerk haar belijdenis verloren en verloochend? Uit de ontstane discussie blijkt dat in het Algemeen Reglement ”de leer” met opzet niet nader is gedefinieerd.

Wat de synode onder deze leer verstond, wordt duidelijk uit de zogenaamde proponentsformule. Deze moest ondertekend worden door de aanstaande predikanten. Daarin was van belang de uitdrukking: „de leer, overeenkomstig Gods heilig Woord, vervat in de Drie Formulieren van Enigheid.”

De vraag die hieruit voortkwam was: Is deze leer die van „de Drie Formulieren van Enigheid, omdat deze formulieren overeenkomstig Gods heilig Woord zijn?” Of is deze leer: „Gods heilig Woord en de Drie Formulieren van Enigheid voorzover zij in overeenstemming zijn met Gods heilig Woord.”

Het is uit nauwkeurig bronnenonderzoek volstrekt duidelijk dat de synode het laatste heeft bedoeld. In feite dus leervrijheid. Sinds 1816 staat de Hervormde Kerk niet meer op de bodem van de belijdenis.

Dit is ook zonneklaar uit de strijd die hiervan het gevolg was. Vanaf het begin hebben protesten geklonken. Maar er onderscheidden zich al gauw twee stromingen onder hen die belijdenis wilden handhaven en terugbrengen en de afgescheidenen die geen heil meer zagen in de Hervormde Kerk. Zij erkenden die niet meer als kerk.

Hun Acte van Afscheiding was een Acte van Afscheiding van de valse kerk (de Hervormde Kerk) en van wederkeer tot de ware kerk (dat waren zij). Het is opmerkelijk dat degenen die straks de kerk willen verlaten precies dezelfde argumenten gebruiken als de afgescheidenen van 1834.

Een grote groep van Gereformeerde predikanten en lidmaten bleef de kerk echter trouw. Onder hen zijn bekende en geachte namen. Een van hen was ds. B. Moorrees, die bekend is geworden door zijn ”Adres aan de synode”. Dit adres is ondertekend door vijf predikanten en 8489 lidmaten uit tien provincies.

De strekking van dit adres was om terug te keren tot de handhaving van de belijdenis en de Dordtse kerkorde. Nog een aantal predikanten en gemeenten hebben op soortgelijke wijze verzoeken gericht aan de synode. Al hun verzoeken werden afgewezen. De synode vond het echt protestants om alleen Gods Woord als regel te hebben en alle menselijke geschriften, dus ook de belijdenisgeschriften, alleen te aanvaarden voorzover zij met dat Woord in overeenstemming zijn.

Deze adresbeweging riep een geweldige tegenbeweging op. Maar liefst 473 predikanten, 490 kerkenraads- en gemeenteleden en een groot aantal ringen dienden adressen in met de strekking de kerk niet weer te brengen onder de ’formulierendrang’. Zij prezen de synode vanwege de vrijheid hen geschonken en drongen erop aan geen gehoor te geven aan die adressanten. Nu, de synode heeft hen royaal hun zin gegeven.

In 1886 wilde Abraham Kuyper de kerk reformeren. Hij wilde een vrije, nationale kerk, gegrond op Schrift en belijdenis, waarin elke gemeente volledig kerk en zelfstandig was. Er waren volgens zijn eigen getuigenis toen nog 500 à 600 ware kerken in de Hervormde Kerk. Deze wilde hij uitleiden uit het diensthuis van de valse kerk en het „synodale juk.” Nu, na ruim 100 jaar zijn deze kerken vrijzinniger dan de Hervormde Kerk ooit geweest is.

In 1951 werd voor het eerst weer een generale synode gehouden die opkwam uit de ambtelijke vergaderingen van de kerk zelf. Daar werd ook de kerkorde aanvaard die wij nu nog hebben. Deze kerkorde bracht niet wat de hervormd-gereformeerden hoopten. De Heilige Schrift wordt hierin beleden als „de bron der prediking en enige regel des geloofs.” De kerk doet belijdenis (dynamisch, telkens opnieuw) „in gemeenschap”, niet „in overeenstemming met de belijdenis der vaderen.” Zij weert niet wat „haar belijdenis”, maar wat „haar voortgaande belijden” weerspreekt. Deze grondslag is dus geenszins exclusief gereformeerd, maar dynamisch (rekbaar).

Het is dan ook naïef om te denken dat een in grote meerderheid midden-orthodoxe synode, een exclusieve binding aan de belijdenisgeschriften zou voorstaan.

In het recent met overweldigende meerderheid aangenomen geschrift ”Jezus Christus onze Heer en Verlosser”, wordt duidelijk verwoord wat onze synode verstaat onder de uitdrukking in gemeenschap met: „Wij zijn niet gebonden aan de letter van de belijdenissen, maar verbonden met hun inhoud.”

Het is dus niet juist te stellen, dat de kerk pas in aanstaande, nieuwe kerkorden het gereformeerde spoor verlaat. Helaas is dat al bijna twee eeuwen geleden gebeurd. Als hervormd-gereformeerden hebben wij vanouds op het standpunt gestaan dat wij in de kerk moeten blijven. Om daarin trouw te blijven aan God, aan Zijn verbond en aan Zijn Woord en de daarop gegronde belijdenis.

Wie straks de kerk verlaat, gaat over naar een afgescheiden standpunt en komt in een afgescheiden kerktype. De kerk die uit een eventuele scheuring zal ontstaan, lijkt op geen enkele wijze op de Hervormde Kerk zoals ze nu is. Als wij de kerk verlaten, schrijven we haar af en geven wij de strijd op, die onze hervormd-gereformeerde vaderen de laatste twee eeuwen hebben gestreden. Daarom: Laten we toch hervormd blijven!

De auteur is hervormd predikant in Waarder.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer