Moreel relativisme stimuleert liegen
Jongeren weten niet meer wat -objectief bezien- eerlijkheid betekent. Dat is het gevolg van het heersende morele relativisme. „Als ieder zijn eigen waarheid en ethische code mag hebben, kun je niet meer zeggen dat iemand liegt.”
De uitkomsten van het tweejaarlijkse jongerenonderzoek van het Josephon Institute in Los Angeles spreken boekdelen. De studie wijst uit dat 64 procent van de ondervraagde 29.000 Amerikaanse jongeren in het achterliggende jaar bij een proefwerk heeft gespiekt en dat 36 procent bekent bij het samenstellen van een werkstuk wel eens internet te hebben gebruikt om plagiaat te plegen.Acht van de tien jongeren zeggen in het afgelopen jaar hun ouders te hebben voorgelogen en 37 procent vertelt onwaarheden te hebben verkondigd om daarmee financieel voordeel te behalen.
Stelen is voor ruim een kwart van de jeugd geen probleem; 30 procent pikte iets uit een winkel, 23 procent stal iets van zijn ouders en 20 procent benadeelde met diefstal een vriend.
De morele opvattingen van christelijke jongeren onderscheiden zich niet van die van onkerkelijke jeugd. Sterker, op een aantal punten hebben ze een ruimer geweten dan de niet-godsdienstige jeugd.
Bijna 40 procent van de leerlingen van religieuze scholen zegt soms te liegen om financieel gewin, terwijl 35 procent van hun niet-kerkelijke leeftijdsgenoten dat doet. Als het om fraude bij schoolwerk gaat, zijn de verschillen nog groter: 47 procent van de onkerkelijke jongeren biecht op zich daaraan schuldig te maken, terwijl 63 procent van de kerkelijke jongeren zich daaraan schuldig maakt.
Het zelfbeeld van de meeste Amerikaanse jongeren is ondanks dit alles opmerkelijk positief. Driekwart van de jeugd meent dat zij zelf beter zijn dan hun leeftijdsgenoten. En 93 procent van de jongeren is tevreden met de eigen morele opvattingen.
De uitkomsten van het grootschalige onderzoek verontrusten dr. Bill Maier, klinisch psycholoog van de organisatie Focus on the Family, zeer. „Het is een duidelijke aanwijzing hoezeer het moreel relativisme onze maatschappij heeft geïnfecteerd en het gedrag van jongeren heeft beïnvloed.”
Toch is Maier niet echt verrast. „Enkele decennia geleden begon men vraagtekens te zetten achter de gedachte dat er een absolute waarheid bestaat. Daardoor ondergroef men het Bijbelse denken over waarheid en leugen. Ieder mocht zijn eigen waarheid hebben. Dat betrof aanvankelijk de godsdienstige of ideologische waarheidsaanspraken, maar het kon niet uitblijven dat dit ook de ethische opvattingen omtrent waarheid en onwaarheid zou gaan raken. Wat ik stelen vind, hoeft een ander nog geen stelen te vinden. We kennen een voorbeeld daarvan uit de geschiedenis. Stelen bij deftige winkels noemden fervente communisten in het verleden geen diefstal maar „proletarisch winkelen.”
Dat de uitkomsten van het onderzoek voor de christelijke jeugd bepaald niet positief zijn, verklaart Maier vanuit het „oppervlakkige” geloofsleven van de meeste Amerikaanse christenen. „Het is een dunne laag. Maar er is bij de meeste Amerikaanse christenen geen sprake van een gefundeerd geloof en van een doordachte christelijke levensbeschouwing. Als je die niet hebt kun je wat oppervlakkig fatsoen aan je kinderen overdragen, maar geen overtuigende waarden en normen. Jongeren voelen het aan of je het meent wat je hen voorhoudt of dat je maar iets doet omdat het nu eenmaal zo hoort.”
Zowel de onderzoekers van het Josephon Institute als dr. Maier noemen de uitslag van het jongerenonderzoek verontrustend voor de toekomst van de Amerikaanse samenleving. „Als een gemeenschappelijk moreel besef ontbreekt, gaan we naar een maatschappij waar leugen en bedrog de norm zijn en waarin niemand meer weet wat waarheid en wat leugen is omdat ieder zijn eigen normen heeft. Dat hebben we dan met ons morele relativisme bereikt.”
Focus on the Family is inmiddels The Truth Project (het waarheidsproject) gestart om ouders opvoedingstips te geven. Maier: „Kinderen moeten leren dat het in het leven primair niet moet gaan om geld, macht en succes, maar dat eerlijkheid en betrouwbaarheid meer waard zijn.”