Gered van de kachel
Ze verdwenen halverwege de vorige eeuw in grote getale in de kachel: de wagens en karren die dienst hadden gedaan in de landbouw. Het Nederlands Openluchtmuseum en de Boerenwagenclub probeerden te redden wat er te redden viel. Drs. Wouter Renaud wijdt een lijvig boek aan de transportmiddelen van weleer.
Renaud, oud-conservator van het Nederlands Openluchtmuseum, wil niet van een „diepgravende studie” spreken. Hij noemt het boek een „brede verkenning van het veld.” Het resultaat -655 pagina’s bomvol informatie en foto’s- is in elk geval indrukwekkend. Het betreft de eerste bovenregionale studie over dit onderwerp sinds 1926.De collectie van het Openluchtmuseum telt 287 voertuigen, waarvan Renaud er 186 voor het voetlicht haalt. Van elke kar, kruiwagen of slede zijn drie kleurenfoto’s en een uitgebreide beschrijving opgenomen. Deze catalogus vormt met 380 pagina’s het leeuwendeel van de uitgave.
Het eerste deel (250 pagina’s) vormt een handboek over de historie van traditionele (landbouw)voertuigen. Renaud vraagt daarin onder meer aandacht voor de wagenmakers. Vaklui die vaak tegen een karig loon de landbouweconomie rollende hebben gehouden.
N.a.v. ”Wagens en karren. Diversiteit van voertuigen op het platteland en de collectie van het Nederlands Openluchtmuseum”, door drs. W. F. Renaud; uitg. Walburg Pers, Zutphen, 2008; ISBN 978 90 5730 542 9; 655 blz.; € 89,-.