Sinterklaas is gewoonlijk altijd te laat bij de voedselbank. Pas als het ”heerlijk avondje” voorbij is, doen bedrijven gewoonlijk hun overtollige waar de deur uit. Veel bedrijven beslissen dit jaar echter anders. Bij de voedselbanken komen nu al allerlei ’actuele’ producten binnen, zegt oprichtster Clara Sies van de stichting Voedselbank Nederland. „In het verleden aten onze klanten met Kerst pepernoten, rond de jaarwisseling kerstkransjes en in januari oliebollen. Maar nu hebben we niet alleen al volop sinterklaasproducten; ook kerstartikelen stromen binnen. Deze week nog een pakketje om gelatinepudding te maken in de vorm van een kerstboompje. Zulke dingen zagen we voorheen echt niet voor eind december.”Voor Sies is het gissen naar de oorzaak van de vroege aanlevering. Wel weet ze dat de voedselbanken flink in populariteit zijn gestegen, vooral door het RTL4-televisieprogramma ”Effe geen cent te makken”, waarin een echtpaar uit de showbusiness probeert rond te komen van een bijstandsuitkering. Met het programma sponsoren ze de voedselbanken. Sies denkt dat door de aandacht meer bedrijven de voedselbanken weten te vinden.

Tegelijk is er door het tv-programma ook een sterke toename van het aantal aanmeldingen, ziet Sies. „Het is geen taboe meer om naar een voedselbank te gaan als je bijna geen geld meer hebt.”

Voedselbanken verspreid over het hele land herkennen de toeloop. „Wekelijks hebben we tien tot vijftien klanten extra”, zegt een woordvoerder van de voedselbank Walcheren in Middelburg. „Normaal zijn dat er hooguit vier, vijf per week.”

In Apeldoorn bedroeg de toename de afgelopen week zelfs tien nieuwe klanten, tegen een enkeling normaal. „Al heb ik wel het idee dat het aantal klanten meestal stijgt in december”, zegt een woordvoerster. „Het is nu eenmaal een dure maand.”

Ook een woordvoerder van de voedselbank in Woerden en omgeving ziet veel nieuwe gezichten. Daartegenover staat echter geen extra aanlevering van goederen.

Volgens coördinator Sies is die extra aanvoer er wel, maar komt die grotendeels binnen op het distributiecentrum in Rotterdam. „Het is lastig om van hieruit het hele land te bedienen. Daarom willen we volgend jaar heel graag een aantal regionale centra opzetten. Nu komt het voor dat een vrachtwagen helemaal naar Groningen rijdt om een partij op te halen bij een bedrijf, en dat twee dagen later een autootje uit Groningen voor de deur staat om een deel mee terug te nemen naar de voedselbank daar. Dat is te gek voor woorden.”