Dat zei premier Balkenende dinsdag in Leiden tijdens de presentatie van het boek ”Geleerd & Gelovig”. In de bundel beschrijven 22 christenwetenschappers wat de invloed van het geloof op hun leven en dagelijks werk is. De bijeenkomst van dinsdag was georganiseerd door Veritas, een netwerk van christenstudenten en christenacademici.De premier noemde het „een daad van moed” van de 22 christenwetenschappers om voor het geloof uit te komen in de rationele wereld van de wetenschap. Hij herkende in de bundel ook zijn eigen standpunt. „Voor mij is het geloof de belangrijkste anker en inspiratiebron. Zonder mijn geloof kan ik niet goed functioneren. Daar kom ik eerlijk voor uit. Het is een groot goed dat je weet dat je in de politiek gedragen voelt en dat je weet hebt van een opdacht. De samenleving is niet te verstaan zonder de betekenis van geloof en inspiratie.”

Als hij een hoofdstuk in de bundel had moeten schrijven, zou hij als titel gekozen hebben ”Aan de werken herkent men het geloof”, naar een tekst uit Jakobus. „Niet als pretentie maar als opdracht. Het geloof heeft te maken met het goede doen, maatschappelijke verantwoordelijkheid dragen, oog hebben voor de zwakken in de samenleving. Het is niet alleen geloven in de kerk, maar ook in wat daarbuiten gebeurt.”

Balkenende noemde ook de financiële crisis. „Deze is niet alleen een kwestie van financiële wanproducten, maar heeft ook te maken met mentaliteit, kortetermijndenken en het uit zijn op eigen financieel voordeel. De morele kwaliteiten daarachter moet je benoemen, anders is er geen oplossing.”