Onder anderen
Verder, mijn ziel, hoe is uw gehele doen en laten? Hoe verkeert u onder vrienden en vreemden? Onder vromen en goddelozen bent u toch wel de een tot een verkwikking en de ander tot overtuiging? Heeft iedereen nut van u? Gedraag u vriendelijk tegen uw medemens. Tracht u eenieder door uw doen te verzekeren dat u zijn welstand zoekt?
Als u goddeloze mensen ontmoet, bent u dan met medelijden vervuld? Tracht ze zonder woorden, alleen door uw stichtelijke wandel in te winnen. Ontmoet u vrome mensen, bemin ze om Gods beeld in hen. Indien ze met uw karakter strijdig zijn, bedenk dan of dat wel recht is. Of is het eigenliefde die u drijft?
Ga in de liefde tot uw vrienden de palen niet te buiten, want dan is het een terging van Hem, die u alleen uw liefde schuldig bent. Hij is een jaloers God op Zijn eer. Hebt u ook uw naaste door liefde helpen dragen als hij struikelde? Hebt u hem toen door de geest van de zachtmoedigheid opgericht? Hoe hebt u zich gedragen tegenover hen die u niet beminden? Hebt u hen met weldoen overtuigd, of hebt u kwaad voor kwaad vergolden? Of hebt u alleen liefgehad die u liefhebben? Hoe bent u in uw omgang? Kan men aan uw werken zien dat uw aangezicht naar Jeruzalem is gericht? Zijn de middelmatige dingen u geen heimelijke strik geweest, of hebt u ze onmatig en zondig gebruikt?