„Winkels en boeren samen aan de slag
Boeren en supermarktondernemers moeten ophouden elkaar te verketteren. Samenwerken is de enige oplossing. Alleen op die manier is het consumentenbelang –en dus de portemonnee van boer en winkelier– gediend.
Dat zei voorzitter Klaas van den Doel van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) vanmiddag in Arnhem tijdens een symposium van boerenorganisatie LTO-Nederland over de versterking van de positie van de markt.
Van den Doel, zelf boerenzoon, schetste het bestaande beeld. „Boeren zijn types die zo veel mogelijk willen produceren tegen zo laag mogelijke kosten, en daarbij is bijna alles geoorloofd. Supermarktondernemers zijn types die mooi praten, boeren uitknijpen, zo goedkoop mogelijk inkopen en de met zorg geteelde producten of met liefde gefokte dieren met woekerwinsten verkopen. Onbetrouwbare types dus."
Karikatuur
Zolang die „karikatuur van elkaar" in stand wordt gehouden –„ook door bijvoorbeeld opportunistische politici"– zal het nooit wat worden tussen de supermarkt- en de agrarische sector, voorspelde de CBL-voorzitter. Hij raadt boeren aan nog meer naar de consument te luisteren. Dat valt niet mee, erkende hij. „De overheid, de productschappen, de coöperaties en de Rabobank hebben de boeren jarenlang verteld dat ze steeds maar meer varkens en meer melk moeten produceren. Zonder dat ze eens stilstaan bij de eindgebruiker, de consument."
Het CBL, de koepelorganisatie van de Nederlandse supermarkten, zegt de wensen van die consument te kennen. „Wij bestaan bij de gratie van de steeds kritischer en minder voorspelbare klant." Producten die niet voldoen aan milieuzorg, gezondheids- en sociale aspecten en dierenwelzijn zijn „onverkoopbaar."
Van den Doel hield de agrariërs voor „een of twee van de beste rapporten" die onlangs zijn verschenen (onder meer van de commissie-Wijffels, het Rathenau Instituut, de Raad voor het Landelijk Gebied en Stichting Natuur en Milieu) bij de kop te pakken en daarmee een plan voor de korte termijn te ontwikkelen. „Allemaal wijze heren –en enkele dames– hebben uitgeknobbeld waar u over tien of vijftien jaar moet staan met uw bedrijf. Maar hoe u dat op de korte termijn aan moet pakken, dat zien we bijna nog dagelijks veranderen. U moet de wedstrijd winnen, maar met welke opstelling en strategie, dát wordt er niet bij verteld", zo kritiseerde hij met name de landelijke politiek met haar „bijna onmogelijke wet- en regelgeving, waar ook nog eens veel tegenstrijdigheden in zitten."
Dat boeren „niet meer heilig worden verklaard" zoals 25 jaar geleden zo ongeveer gebeurde, spijt de CBL-voorzitter niet zo. „Dat beeld was overdreven. Maar vandaag zien we precies het omgekeerde: boeren kunnen niets meer goed doen, het zijn vervuilers, ze geven niet om hun dieren enzovoort. Dat beeld is onjuist."
Het CBL pleit daarom voor „werkbare regels." Van den Doel: „Ik zeg niet dat al die regels overbodig zijn. Maar er moeten prioriteiten worden gesteld en er moet een marsroute worden uitgestippeld. First things first." Het is voor hem nog maar de vraag wat dan eerst komt: „Gaat Nederland vooroplopen met het bestrijdingsmiddelenbeleid of gaan we eerst aan dierenwelzijn werken? Ik vind dat boeren, overheid, maatschappelijke organisaties en supermarkten de koppen bij elkaar moeten steken om tot een spoorboekje te komen, zodat u weet waar u aan toe bent en waar de prioriteiten liggen."
Eindafnemer
Om een aanzet te geven tot meer samenwerking tussen boeren en supermarktondernemers nodigde Van den Doel agrariërs uit op de winkelvloer. „Leg daar uw oor te luister. Dan hoort u wat de consument beweegt. Kijk met hoeveel zorg de supermarkt omgaat met de door u geproduceerde waren. Praat met het personeel, want dat heeft direct contact met de consument, uw eindafnemer."