Nieuwe EU-regels voor afspraken tussen bedrijven
Bedrijven hoeven niet langer toestemming te vragen aan ’Brussel’ voor het maken van onderlinge afspraken. Vanaf mei 2004 moeten ze zelf beoordelen of regelingen, bijvoorbeeld exclusieve distributierechten, in strijd zijn met het Europese en nationale kartelrecht.
De EU-ministers verantwoordelijk voor concurrentiebeleid werden het dinsdag eens over deze vereenvoudiging. Bij twijfel moeten de bedrijven hun afspraken ter goedkeuring voorleggen aan de bevoegde instantie. Dat is in de toekomst niet automatisch de Europese Commissie in Brussel; het kan ook de nationale rechter of de nationale ’kartelpolitie’ zijn.
Deze wijziging betekent een voordeel voor bedrijven, omdat de huidige procedure bij de Commissie maanden kunnen duren. In ruil voor de vereenvoudiging zitten ze wel met het risico dat concurrenten naar de rechter stappen. Bovendien krijgt de Commissie meer bevoegdheden om afspraken achteraf te controleren, bijvoorbeeld doordat ze voortaan zelf huiszoekingen mag verrichten bij bedrijven (na een fiat van de nationale rechters).
De nieuwe werkwijze is nodig omdat de Commissie de laatste tijd overspoeld werd met de zogenaamde ontheffingsverzoeken. In principe is ’Brussel’ ervoor verantwoordelijk dat bedrijven geen onderlinge afspraakjes maken om elkaar niet te beconcurreren.