Arts schuldig aan hulp bij zelfdoding
AMSTERDAM – Het gerechtshof in Amsterdam biedt geen ruimte voor hulp bij zelfdoding aan mensen die het leven als zinloos ervaren. Dat valt af te leiden uit de veroordeling van de Haarlemse huisarts P. Sutorius, die donderdag door het hof schuldig werd verklaard.
De huisarts verleende in 1998 hulp bij zelfdoding aan de oud-senator E. Brongersma. De 86-jarige man leed niet aan een ernstige ziekte maar ervoer zijn leven als zinloos, was eenzaam en zag op tegen verdere aftakeling. Sutorius verstrekte hem een dodelijk middel.Het hof vindt dat Sutorius andere hulpverleners had moeten inschakelen die Brongersma hadden kunnen helpen bij een zingevende invulling van zijn bestaan. De arts krijgt overigens geen straf opgelegd. Volgens het hof heeft Sutorius gehandeld uit grote betrokkenheid en mededogen met zijn patiënt, zodat iedere vorm van bestraffing misplaatst is.
Volgens zijn advocaat mr. M. Oosting verkeerde hij in een conflict van plichten en was zijn medewerking aan het verzoek van zijn patiënt gerechtvaardigd. Het hof wijst dit beroep van Sutorius op noodtoestand echter af. De huisarts heeft in een te vroeg stadium ingestemd met het verzoek van Brongersma om een einde te maken aan zijn leven. Daardoor heeft hij zich zelf wellicht in een dwangpositie gemanoeuvreerd.
Protest
Hulp bij zelfdoding door artsen is volgens de rechtspraak alleen toegestaan als er sprake is van een aandoening die ondraaglijk en uitzichtloos lijden veroorzaakt. Omdat daarvan geen sprake was bij Brongersma werd Sutorius vervolgd nadat hij de levensbeëindiging had gemeld. Het openbaar ministerie ving in eerste instantie bot. De rechtbank in Haarlem ontsloeg de arts van strafvervolging omdat hij aan alle zorgvuldigheidseisen voor euthanasie zou hebben voldaan.
Het Haarlemse vonnis riep veel protest op, onder andere van de artsenorganisatie KNMG. Die vreesde dat door de vrijspraak artsen doorgeefluiken zouden worden voor euthanasiemiddelen aan mensen die het leven niet meer zien zitten. Het Amsterdamse hof bleek gevoelig voor de kritiek.
Verder overweegt het hof nog dat Sutorius niet goed kon inschatten of er sprake was van uitzichtloos en onbehandelbaar lijden. Daarvoor had hij moeten nagaan of via andere disciplines een uitweg geboden zou kunnen worden. Zelfs vroeg hij de geconsulteerde psychiater niet naar eventuele mogelijkheden om te behandelen of het lijden te verlichten.
Sutorius vindt dat hem geen recht is gedaan, zo laat hij via zijn advocaat weten. De huisarts was niet bij de uitspraak aanwezig omdat hij dat te belastend vond. Hij overweegt in cassatie te gaan bij de Hoge Raad.
Het openbaar ministerie is bij wijze van uitzondering bereid de proceskosten van Sutorius te betalen. „We vinden dat hij niet financieel de dupe moet worden van deze zaak. Hij heeft zorgvuldig gehandeld, zijn daden niet verhuld, maar hij is hiermee een stap te ver gegaan", aldus advocaat-generaal mr. B. Myjer.
De artsenorganisatie KNMG zegt het eens te zijn met de grenzen die het hof trekt. Wel vindt de organisatie dat het hof onduidelijkheid laat bestaan over de vraag hoe moet worden omgegaan met de categorie patiënten die lijden aan het leven. De KNMG heeft eerder dit jaar de commissie-Dijkhuis ingesteld om zich over deze vraag te buigen.
Lijnen strakker
Directeur prof. dr. ir. H. Jochemsen van het Lindeboom Instituut zegt blij te zijn met de uitspraak van het hof. „Het lijkt erop dat het hof de lijnen strakker aanhaalt. Interessant is dat Sutorius de behandelmogelijkheden volgens het hof niet heeft benut. Dat kan gevolgen hebben voor de huidige euthanasiepraktijk, juist nu in een recente NRC Handelsblad-publicatie werd erkend welke mogelijkheden palliatieve zorg kan bieden voor terminale patiënten. Die mogelijkheden worden veelal onvoldoende benut."
Uit de uitspraak blijkt volgens Jochemsen dat het hof goed naar de beroepsgroep heeft geluisterd. „Dat is voor dit moment gunstig. Het gaat om de wezenlijke vraag of de dokter de oplossing moet aanreiken voor allerlei vormen van lijden of zich strikt tot het medisch domein moet beperken. De meeste artsen willen op dit moment het laatste. Toch ben ik er niet helemaal gerust op. Als de opvattingen in de toekomst verschuiven, vrees ik dat de rechterlijke macht gewoon meeschuift."