Eis: 26 jaar na aanslag op rechercheur
Tegen de 58-jarige Jovica T., die ervan wordt verdacht vorig jaar een agent te hebben neergeschoten in het Apeldoornse winkelcentrum Anklaar, is woensdag 26 jaar en ruim 7 maanden cel geëist. „Een asociale, verwaande en gevaarlijke crimineel”, noemde de officier van justitie de verdachte.
T., afkomstig uit het voormalige Joegoslavië, reageerde nauwelijks op de eis: „Het is niet de waarheid.”Volgens de officier van justitie is T. „een arrogante, pedante man” en „een ongeleid projectiel”: hij mag nooit meer terugkeren in de samenleving. Alles opgeteld komt het openbaar ministerie op een celstraf van 37 jaar. Volgens de wet moet er in dat geval een derde deel af, waardoor een eis van 26 jaar en ruim 7 maanden overblijft.
De getroffen rechercheur -ten tijde van de aanslag op 23 juli vorig jaar 33 jaar- kwam de verdachte op de bewuste dag toevallig tegen tijdens het boodschappen doen. Hij herkende hem als ongewenste vreemdeling. Nadat hij zijn collega’s had gealarmeerd, wilde hij T. arresteren. Die trok volkomen onverwacht een pistool en schoot de agent van zeer dichtbij in de borst. Toen de agent op de grond lag schoot de man nog een keer. De rechercheur overleefde ternauwernood.
De verdachte vluchtte met de fiets. Een paar dagen later werd T. gezien bij de Mediamarkt in Zwolle, waar hij personeel met een vuurwapen bedreigde na diefstal van een koptelefoon. Weer vluchtte hij op de fiets weg.
Op 30 juli, daags nadat het signalement van de verdachte via de pers was verspreid, werd hij door een oplettende burger in het buitengebied van Biddinghuizen herkend, waarna hij snel kon worden opgepakt.
De man heeft geen medewerking willen verlenen aan het onderzoek. Hij heeft alleen verteld dat hij in Biddinghuizen was om zijn kinderen te zoeken en dat hij het Kroatische wapen dat hij bij zich had slechts vier dagen tevoren had gekregen. Verder moest de politie het zelf maar uitzoeken.
Ook tijdens de zitting dreef hij de rechters tot wanhoop. De dag voor de zitting wees de verdachte zijn derde advocaat in deze zaak de deur. Op de vragen waarom en of hij een nieuwe advocaat wil liet hij een litanie aan klachten horen. In de gevangenis zou hij gemarteld worden en in een te lage kamer zijn opgesloten. Verder zag hij zijn advocaat niet vaak genoeg en was de raadsman niet meer dan een verlengstuk van de rechtbank. „Ik ben toch al veroordeeld. Doe maar alsof ik er niet ben”, adviseerde hij de rechters, om er verder het zwijgen toe te doen. De rechtbank besloot daarop de zaak zonder bijzijn van een advocaat voort te zetten.
Nadat de rechtbankvoorzitter hem had voorgehouden hoe het allemaal gegaan moet zijn, zei T.: „Het is een mooie film. Maar het zijn geen feiten.” Als laatste woord kondigde hij aan dat de waarheid bij het hof -in hoger beroep- wel boven tafel zal komen.
De getroffen rechercheur heeft het overleefd, maar dat was dankzij zijn goede conditie en de medische zorg, aldus de aanklager. „Het is een moord die niet gelukt is.” De agent is nog steeds aan het revalideren en lijdt nog elke dag pijn, zowel lichamelijk als psychisch. Het is nog de vraag of hij ooit in dezelfde functie zal kunnen werken. Zijn advocate eiste een voorschot op de schadevergoeding van 21.000 euro.
De uitspraak is op 10 december.