Somalische piraten steeds gevaarlijker
De piraterij voor de Somalische kust treft niet enkel zeelieden en reders, maar heeft veel bredere gevolgen. De internationale gemeenschap heeft daarom niet de optie met de armen over elkaar toe te kijken.

Somalische piraten kaapten op 15 november het grootste schip ooit: de Sirius Star, een Saudische olietanker van 329 meter lang. De entering vond bovendien plaats op 833 kilometer ten zuidoosten van de Keniaanse havenstad Mombasa, ver van de Somalische kust. Het is een duidelijk teken dat de piraterij rond Somalië een steeds serieuzer probleem wordt.Piraterij is al zeker tien jaar een probleem in de regio, maar het aantal incidenten is in het afgelopen jaar meer dan verdubbeld. Het is dan ook lucratieve handel: de kapers zouden volgens berekeningen van het Britse onderzoeksinstituut Chatham House dit jaar al zo’n 30 miljoen euro hebben verdiend. Voor de Sirius Star, met 80 miljoen euro aan olie aan boord, hebben de piraten een losgeld van 25 miljoen euro geëist.
De problematiek reikt dieper dan een paar gedupeerde reders, stelt de Britse Afrikaspecialist Roger Middleton, die voor Chatham House onderzoek deed naar piraterij rond Somalië. Hij wijst in zijn onderzoek op de gevolgen van de piraterij voor de internationale handel, maar ook voor de oorlog tussen Somalië en Ethiopië. Hoewel de piraten het grootste deel van de buit voor zichzelf houden, gaat een belangrijk bedrag naar lokaal belangrijke figuren, van wie sommigen nauw betrokken zijn in de oorlogsvoering. Onder hen zou ook de islamistische militieleider Al-Shabaab zijn, die op de terroristenlijst van de Verenigde Staten staat.
Middleton acht het bovendien zeer wel mogelijk dat piraten op gaan treden als agenten van het internationaal terrorisme, hoewel daar vooralsnog geen hard bewijs voor is.
Los van het gevaar van terrorisme kunnen er enorme milieuproblemen ontstaan bij een aanval op een olietanker en komt de voedselvoorziening voor de Somalische burgerbevolking ernstig in gevaar, omdat de aanvoer grotendeels over zee plaatsvindt. Zijn conclusie is dan ook helder: de internationale gemeenschap kan op veel verschillende manieren reageren op de huidige onrust, maar negeren is geen optie.
Waar alle waarnemers het over eens zijn, is dat de kern van het probleem in Somalië zelf ligt. Somalië is een perfecte omgeving voor piraterij: een slecht functionerende overheid, een lange, geïsoleerde kust en bovendien een land in oorlog. Middleton wijst erop dat de piraterij in de tweede helft van 2006, toen de Unie van Islamistische Rechtbanken in Somalië aan de macht was, vrijwel verdwenen was. Dat bewijst dat een functionerende overheid het probleem moet kunnen tackelen.
Het is duidelijk dat de piraterij voor Somaliërs zo aantrekkelijk is omdat ze inderdaad grote sommen losgeld van reders los weten te krijgen. Vanuit de scheepswereld klinkt dan ook de suggestie om geen losgeld meer te betalen, zodat de piraterij haar aantrekkelijkheid verliest. Het gevaar is echter dat er dan daadwerkelijk doden gaan vallen, en dat wil geen reder op zijn geweten hebben. Bovendien is het schip veel meer waard dan het gevraagde losgeld, dus kiezen reders vaak eieren voor hun geld.
Er varen in de Golf van Aden verschillende marineschepen, die in het geval van een kaping te hulp kunnen schieten. Er verstrijken gemiddeld echter slechts vijftien minuten tussen het signaleren van de piraten en de entering van het schip. De piraten opereren veelal vanuit ”moederschepen”, onschuldig ogende vissersschepen langs de kust. Via kleine bootjes stomen ze van daaruit op naar hun prooi. Vanwege de steeds betere bewapening van de piraten zit er voor de bemanning van het aangevallen schip vaak niets anders op dan te doen wat de piraten vragen.