Kerk & religie

Feiten en cijfers

Twee derde van alle basisscholen in Nederland zijn van het bijzonder onderwijs. Van alle openbare basisscholen biedt 56 procent godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs (gvo/hvo) aan. Op 30 procent van de openbare basisscholen bestaat wel vraag naar gvo/hvo, maar wordt het niet aangeboden.

26 November 2008 11:23Gewijzigd op 14 November 2020 06:48

Docenten Er zijn momenteel circa 300 docenten protestants godsdienstonderwijs actief, ongeveer evenveel docenten humanistisch vormingsonderwijs, een tiental docenten rooms-katholiek vormingsonderwijs en ongeveer 15 docenten islamitisch onderwijs. Vrijwel allen zijn parttime werkzaam.

Leerlingen
In totaal volgen circa 73.000 leerlingen dit onderwijs. Behoefte aan dit onderwijs bestaat bij zo’n 77.000 leerlingen. Het verschil tussen beide getallen is niet groot, maar de behoefte eraan zou groter kunnen worden als openbare scholen duidelijker aan de ouders laten weten dat de mogelijkheid tot godsdienstig vormingsonderwijs bestaat.

Ouders
De redenen waarom ouders hun kinderen op openbare scholen gvo laten volgen, lopen uiteen. Sommige ouders zijn zelf niet gelovig, maar willen wel dat hun kinderen meer van een godsdienstige stroming leren dan het openbaar onderwijs zelf kan bieden. Soms is er geen school van de eigen richting op redelijke afstand beschikbaar.

Wet
Volgens de Wet primair onderwijs (WPO) moet het openbaar onderwijs aandacht schenken aan de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden zoals die leven in de Nederlandse samenleving. Scholen geven deze opdracht onder meer vorm via het vak geestelijke stromingen. De openbare school mag bij het doceren van dit vak geen voorkeur uitspreken voor de ene of de andere levensbeschouwing.

Artikel 50
Volgens artikel 50 van de WPO moet het bevoegd gezag van een openbare school leerlingen in de gelegenheid stellen op school, binnen de schooltijden, godsdienstig of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs te ontvangen. Deze verplichting bestaat al sinds 1842. Voor leerlingen die dit onderwijs niet (willen) volgen, voorziet het bevoegd gezag in andere onderwijsactiviteiten op de school.

Voor de inhoud van deze lessen, gegeven door vertegenwoordigers van kerken en andere organisaties, is niet de school maar zijn de ”zendende instanties” verantwoordelijk. In deze lessen mag wél blijken dat de docent zijn eigen levensbeschouwing als de juiste ziet.

Financiering
In sommige plaatsen financiert de lokale overheid het gvo en hvo. Veel van dit soort gemeentelijke subsidies zijn de achterliggende jaren echter afgebouwd. In andere plaatsen draaien de zendende instanties zelf voor de kosten op.

Volgens de fracties van CDA, PvdA en ChristenUnie in de Tweede Kamer moet deze situatie veranderen. De rijksoverheid moet het gvo gaan financieren door hier structureel 10 miljoen euro voor uit te trekken. De wet stelt aan de docenten gvo en hvo dezelfde kwaliteitseisen als aan andere docenten. Dan moet er ook een passende betaling tegenover staan, redeneert de coalitie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer