Dat stellen de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO) en de Stichting Levende Delta in een donderdag verschenen rapport. Het rapport is een vernietigend antwoord op het advies van de door de Tweede Kamer ingestelde commissie-Nijpels. Deze stelde dat ontpoldering van Zeeland de beste optie is voor het herstel van de natuur, die verloren gaat met de verbreding van de Schelde. Nijpels stelde voor de Hertogin Hedwigepolder te ontpolderen.De twee organisaties vinden dit een ronduit slecht idee. „De langetermijneffecten van ontpoldering van de Hedwigepolder op de natuurwaarde van de Westerschelde zijn op lange termijn hoogstwaarschijnlijk negatief.”

„De basis waarop zijn conclusies zijn gebaseerd vinden we uitermate zwak”, aldus het rapport. „De commissie heeft de alternatieven die er lagen ten onrechte terzijde geschoven.”

De ZLTO en de Stichting Levende Delta hebben het rapport beoordeeld en advies ingewonnen bij het kennisinstituut Deltares en stellen dat een verlaging van het Land van Saeftinghe een volwaardig alternatief is ten opzichte van de ontpoldering van de Hertogin Hedwigepolder.

Het land van Saeftinghe is nu op de duinen na het hoogste gebied van de provincie Zeeland. Door dit gebied te verlagen kan met behulp van de werking van de getijden het natuurherstel in de Westerschelde op gang worden gebracht. „Zeker nu blijkt dat negatieve aspecten van ontpolderingsprojecten door de commissie niet in beschouwing zijn genomen. De commissie-Nijpels heeft ten onrechte geconcludeerd dat kwaliteitsverbetering van bestaande natuur in het kader van de natuurbeschermingswetgeving niet mogelijk zou zijn”, aldus het rapport.

ZLTO en de Stichting Levende Delta voeren prof. J. M. Verschuuren van de Universiteit Tilburg aan, die in een eerder advies aan de Provinciale Staten van Zeeland al aangaf dat de Natuurbeschermingswet geen beletsel vormt voor kwaliteitsverbetering. Het is dus mogelijk kwalitatief betere natuur te maken en daarmee te voldoen aan de eisen van Europa in het kader van Natura 2000, een Europees plan dat eisen stelt aan een aantal in Europa aangewezen natuurgebieden.

Nijpels stelde in zijn advies dat 2400 hectare grond ontpolderd moet worden, om te voldoen aan de eisen van de langetermijnvisie. Het rapport stelt dat de richtlijnen van deze visie niet bindend zijn, in tegenstelling tot de eisen van Natura 2000. Dat stelt volgens het rapport dat met 600 hectare de instandhoudingsdoelstellingen voor de Westerschelde kunnen worden bereikt. Extra claims, zoals de ontpoldering van de 2400 hectare die Nijpels adviseert, zijn niet nodig voor Europa. Deze claims kunnen dus van tafel, luidt het rapport.