Europa zoekt antwoord op recessie
Met vereende krachten trof Europa maatregelen om de financiële crisis te stoppen. Een felicitatie waard, vindt het zelf. Nu zoekt het naar ook een gezamenlijk antwoord op de economische crisis. Volgende week woensdag legt de Europese Commissie een pakket beleidsvoornemens op tafel.
Binnen de EU heerst grote tevredenheid over de wijze waarop zij in de voorbije periode in actie is gekomen tegen de dreigende ineenstorting van de geldmarkt en de bankensector. Zij speelde een voortrekkersrol en vormde onderling een gesloten front.Zaterdag waren in Washington de G-20 bijeen om te praten over lessen die zijn te trekken uit de problemen die zich vanaf ongeveer half september in alle hevigheid manifesteerden. De groep vergaderde voor het eerst op het niveau van de regeringschefs. „Wij namen het initiatief tot de top, wij droegen de elementen voor de discussie aan. Daar kunnen we trots op zijn”, jubelde voorzitter Barroso van de Commissie deze week in Straatsburg.
Naar zijn gevoel, zo verklaarde hij, staan we aan het begin van een nieuw tijdperk met daarin een collectief beheer van de mondiale economie. In een debat in het Europees Parlement viel de kopman van de socialistische fractie, de Duitser Schulz, hem bij. Die ziet het recente beraad van de G-20 als een illustratie van een overgang van een internationale orde waarin de Verenigde Staten eenzijdig de lakens uitdelen naar een multipolaire benadering, een model waarbij een veelheid van landen met elkaar de koers bepaalt.
Vanuit een andere en bij het betrokken onderwerp politiek onverdachte hoek klonk er in het EP ook een kritische noot. Aanvoerder Watson van de liberalen benadrukte dat we vandaag de dag weliswaar kampen met een financieel-economische crisis, maar dat we ondertussen de milieucrisis niet dienen te vergeten. „Beide hebben te maken met het feit dat we leven op krediet, op te grote voet”, analyseerde hij. Om daaraan toe te voegen: „We moeten niet terug naar de soort groei van weleer, maar we moeten naar een intelligente groei gericht op duurzaamheid. Beseffen de leiders dat voldoende? vraag ik me af. Ik hoor daar niets over.”
Ook op dit terrein hoopt de Unie trouwens de komende weken te tonen dat zij voorop wenst te gaan. Zij streeft ernaar volgende maand overeenstemming te bereiken over de plannen in de strijd tegen de klimaatwijziging, als een signaal naar en een voorbeeld voor de rest van de wereld. Doel is een reductie van de CO(in2(-uitstoot van 20 procent in 2020. Achter de schermen vinden moeilijke onderhandelingen plaats om alle lidstaten en het Parlement op één lijn te brengen. Het uitblijven van een akkoord zou huidig EU-voorzitter president Sarkozy een gevoelige nederlaag bezorgen. Barroso van zijn kant waarschuwt: „We mogen onze ambities niet laten afbrokkelen, want dan zetten we onze geloofwaardigheid op het spel.”
Maar als meest urgent op dit moment ervaart de Europese burger toch ongetwijfeld het vinden van een medicijn tegen de recessie. De situatie verslechtert in een ongekend rap tempo. De economie van de eurozone krimpt inmiddels en dat betekent een aanslag op de welvaart. De automobielindustrie bijvoorbeeld, een belangrijke motor voor groei en werkgelegenheid, verkeert in zwaar weer, met alle negatieve gevolgen daarvan voor eveneens aanverwante bedrijvigheid.
De omstandigheden dwingen ertoe snel te handelen. „Het is noodzakelijk alle instrumenten te mobiliseren om een langdurige inzinking van de conjunctuur te vermijden”, meent minister van Europese Zaken Jouyet van Frankrijk, het land dat tot eind 2008 de regie voert over de Unie. Coördinatie, horen we van die zijde voortdurend prediken. De bewindsman: „De EU heeft efficiënt haar verantwoordelijkheid genomen in de strijd tegen een financiële destabilisering zonder weerga. We hebben ons weten te verenigen tegen de dreiging. Die eenheid moeten we bewaren, om samen het hoofd te bieden aan de economische neergang.”
Barroso presenteert woensdag in Brussel een strategie, ofwel een gemeenschappelijk actieplan, om de groei te stimuleren. De regeringsleiders zullen er op de top van 11 en 12 december hun goedkeuring aan hechten.
Schulz houdt de pleitbezorgers van de vrije markt in dit verband voor: „Als het gaat om het veiligstellen van banen mogen we niet voorzichtig zijn met ingrijpen. We behoren de reële economie net zo veel bescherming te bieden als de bankensector.” Aan zijn collega Daul van de christendemocraten en conservatieven in het EP is die opmerking niet besteed. Hij reageert: „Wij zijn altijd al voorstander geweest van een markt met regels en een scheidsrechter. Wij noemen dat een sociale markteconomie.”