Binnenland

Vijf jaar cel geëist voor branden in ’t Zandt

Voor de rechtbank in Groningen is maandag vijf jaar celstraf geëist tegen Johnny B., de vermeende pyromaan van ’t Zandt. B. wordt ervan verdacht de inwoners van het Groningse dorp in de laatste maanden van vorig jaar te hebben geteisterd met brandstichtingen.

ANP
18 November 2008 08:43Gewijzigd op 14 November 2020 06:44
GRONINGEN - Een van de laatste branden in december 2007 in 't Zandt, die door B. veroorzaakt zijn. Foto ANP
GRONINGEN - Een van de laatste branden in december 2007 in 't Zandt, die door B. veroorzaakt zijn. Foto ANP

Volgens het OM heeft B. sinds augustus 2007 drie keer brand gesticht in woningen en schuurtjes in ’t Zandt. Daarnaast vermoedt justitie dat hij vier keer een poging tot brandstichting heeft gedaan en eenmaal voorbereidingen daartoe. Ook wordt de man verantwoordelijk gehouden voor anonieme dreig- en poederbrieven die in maart en mei naar inwoners van ’t Zandt, RTV Noord en de politie werden gestuurd.In totaal gaat het om ongeveer twintig brandstichtingen en pogingen daartoe. Bij alle brandstichtingen waarvan B. wordt verdacht, werd een brandende kaars in een met wasbenzine gevulde fles gebruikt om de brand te stichten. Om de fles was papier gelegd, besprenkeld met benzine.

De politie stelde tijdens het onderzoek naar de branden camera’s in het dorp op en luisterde telefoons af. Uiteindelijk riep de recherche zelfs de hulp van het leger in om de pyromaan in de kraag te vatten.

Het onderzoek richtte zich al snel op B. Dat kwam doordat bleek dat met de klantenkaart van de moeder van de verdachte flessen afwasmiddel waren gekocht van hetzelfde type als bij de branden was gebruikt. Op verschillende flessen en kaarsen is DNA van de verdachte aangetroffen. Tevens bleek bij observaties door de politie dat B. verschillende keren in de buurt was geweest van de woningen en schuurtjes, kort voordat de branden begonnen.

Na zijn aanhouding op 18 december vorig jaar werd papier in zijn werkbroek gevonden, waarvan de scheuren overeenkwamen met het bij pogingen tot brandstichting gebruikte papier. Verder werd in een tuin waar B. werkte een tas gevonden met een kaars en flacons wasbenzine.

B. ontkent iets met de brandstichtingen te maken te hebben. „Ik weet niet waarom mijn DNA is gevonden, dat weet de echte dader misschien wel”, zei hij tijdens de rechtszaak. Ook ontkent hij dat hij de elf poeder- en dreigbrieven heeft geschreven. Volgens zijn advocaten zijn de DNA-onderzoeken onbetrouwbaar en experimenteel. Ook is er volgens hen geen direct bewijs dat aantoont dat B. verantwoordelijk is voor de branden. Zij pleiten daarom voor vrijspraak.

De Groningse rechter doet op 1 december uitspraak.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer