Kerk & religie

Opzij zetten

22 November 2002 21:03Gewijzigd op 13 November 2020 23:57Leestijd 2 minuten

Men moet zijn hart niet op zijn goederen zetten. Als God ons daarvan belieft te beroven, moeten we trachten daarvan verloochend te zijn, als Job. Ja, we moeten ze verloochenen als de uitbreiding van Gods Koninkrijk het vereist. We moeten de beroving van onze goederen dan met blijdschap aanzien.Tot de verloochening van het eigen ’ik’ behoren ook onze vermakelijkheden. Niet dat men die in het geheel niet zou mogen genieten, want God heeft de wereld en de schepping ons gegeven om ons daarin te verkwikken. Onze lichamen hebben dat nodig en wij kunnen God daarin verheerlijken en groot maken. Maar onze vermakelijkheden moeten verloochend worden als het tijd daarvoor is, bijvoorbeeld in treurdagen of als men tijd verspilt en ze het hart te veel van de hemelse dingen wegnemen. Of als deze vermakelijkheden aanleiding geven tot zonden, zie bijvoorbeeld Dina’s wandelingen in Sichem.

We moeten ze ook nalaten als het mijn naaste stoot. Paulus wilde dan liever in der eeuwigheid geen vlees eten. Tot deze verloochening van eigen ik behoren ook onze lieve vrienden, vrouw en kinderen. Niet dat men die niet zou moeten achten of liefhebben en dat wij niet alles zouden betrachten wat God in zijn Woord betreffende hen van ons eist. Maar men moet hen verloochenen als hun liefde komt in plaats van de liefde tot God, of als zij iets gebieden wat tegen het gebod van God strijdt. Abraham verloochende zichzelf toen hij Izaäk ging offeren.

Gerardus van Aalst, predikant te Westzaandam (Godvruchtige bedenkingen, 1758)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer