„Drugsbeleid niet vol te houden”
Het Nederlandse beleid rond gedoogde coffeeshops is niet meer vol te houden.
Dat zei hoogleraar strafrecht prof. C. Fijnaut in een toelichting vrijdag bij de presentatie van een rapport over grensoverschrijdende drugscriminaliteit dat hij samen met zijn collega prof. B. de Ruyver opstelde.Nederland gaat er vaak prat op dat de drugsproblemen door het gedoogbeleid minder zijn dan in andere landen. Fijnaut verzet zich tegen deze gedachte. „Nederland is een middenmoter, onderscheidt zich niet van andere landen zonder coffeeshops.”
Sluiting van alle coffeeshops moet niet in één klap gebeuren, aldus Fijnaut. „Zoiets heeft repercussies in de buurlanden. En dus moet zo’n totale sluiting in samenspraak met de buurlanden gebeuren. We moeten dat stap voor stap bekijken.”
Verder wees Fijnaut erop dat de Euregio qua omvang en problematiek op drugsgebied gelijkstaat aan de Randstad. „Desondanks heeft de politie in Zuid-Limburg slechts een derde van de Rotterdamse capaciteit.” Hij vindt dit geen billijke verdeling van agenten. „De recherche in Limburg kan op eigen kracht dit probleem niet aan.”
De regio in en rond beide Limburgen is in een criminele sfeer aan het komen. Wat we zien, is slechts het topje van de ijsberg, zei de Belgisch-Limburgse gouverneur Steve Stevaert vrijdag in Lanaken in een reactie op het rapport.
„Het gaat niet zomaar over een jointje”, zei Stevaert. „De drugscriminaliteit doordrenkt de hele samenleving. Bovenaan staan topcriminelen, maar onder aan de piramide staan sociaal zwakke mensen die een graantje willen meepikken. Zo ontstaan maffiastructuren.”
Gevaerts schamperde over het Nederlandse gedoogbeleid. „In Nederland heeft men als het ware cafés toegelaten, maar de brouwerijen verboden.”
De Nederlands Limburgse gouverneur Leon Frissen (CDA) onderschreef in een reactie de aanbeveling in het rapport om te komen tot een euregionaal veiligheidsbeleid, waarbij bestuurders, politie en justitie uit de drie landen gericht samenwerken. Maar „de problemen zijn niet morgen of overmorgen op te lossen”, zei hij. „We moeten wel samen beleid bepalen, anders blijft het dweilen met de kraan open.”
Burgemeester Leers (CDA) van Maastricht stelde vrijdag dat je coffeeshops niet simpelweg kunt sluiten zonder alternatieven aan te bieden. Hij reageerde daarmee op de conclusie van Fijnaut en diens collega De Ruyver dat sluiting van coffeeshops niet leidt tot een grotere vlucht van drugstoeristen naar illegale handelaars. Volgens Leers „capituleren” Fijnaut en De Ruyver voor de illegale handel.
De burgemeesters van Bergen op Zoom en Roosendaal zijn juist „bijzonder content” met het rapport van de hoogleraren strafrecht. „Het bevestigt de conclusies van ons eigen onderzoek”, zei burgmeester M. Marijnen van Roosendaal. Bergen op Zoom en Roosendaal besloten onlangs binnen afzienbare tijd alle coffeeshops binnen de gemeentegrenzen te sluiten vanwege de overlast van drugstoeristen. Marijnen spreek van fors „onbehagen” onder burgers over het drugstoerisme.