Kerk & religie

Preken voor de kerkverlater van morgen

De prediking in rapport brengen met deze tijd en met de hoorder - het vraagt steeds meer aandacht. Reden voor deputaten evangelisatie van de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) om vijf studiedagen te beleggen over missionair preken.

14 November 2008 20:57Gewijzigd op 14 November 2020 06:44
Drs. J. van ’t Spijker, docent evangelistiek aan de TUA, was in het verleden werkzaam namens de christelijke gereformeerde zending in Mozambique. Foto RD
Drs. J. van ’t Spijker, docent evangelistiek aan de TUA, was in het verleden werkzaam namens de christelijke gereformeerde zending in Mozambique. Foto RD

Niet minder dan op het zendingsveld moeten we in de Nederlandse samenleving de boodschap vertalen en zorgen dat deze aanspreekt, betoogt drs. J. van ’t Spijker, docent evangelistiek aan de TUA en samen met drs. M. Mulder van deputaten evangelisatie verantwoordelijk voor de organisatie van de studiedagen.De groeiende noodzaak van de vertaalslag -de kerk komt steeds meer in de marge te staan- was reden voor het organiseren van de studiekring. Gedurende de cursusdagen, die een besloten karakter hebben, wisselen 24 predikanten en evangelisten met elkaar van gedachten. De eerste cursusdag was maandag, de laatste staat gepland voor midden maart.

Vertalen
Drs. Van ’t Spijker maakt geen onderscheid tussen buitenkerkelijken en mensen die met de kerk zijn grootgebracht, als het over „missionair preken” gaat. „Beide groepen leven in dezelfde samenleving en hebben daarom dezelfde vragen.”

Bovendien, zegt hij, hebben we met potentiële kerkverlaters te maken. „De kerkverlater van morgen zit vandaag in de kerk. Het gemeentelid dat over vijf jaar verdwijnt, vraagt zich nú af: Wat doe ik hier? De prediking is er verder op gericht om de gemeente missionair te laten zijn, haar daarin toe te rusten.” Iemand die zich in de kerk begrepen voelt, brengt eerder zijn onkerkelijke buurman of buurvrouw mee, is de gedachte.

De vraag voor de predikant is dan ook, zegt drs. Van ’t Spijker, hoe hij het Evangelie kan brengen op een manier die mensen raakt, zonder iets af te doen aan de boodschap. Want „het besef dat de prediking plaatsvindt in het krachtenveld van de Heilige Geest, ontslaat ons niet van de verantwoordelijkheid om te zoeken naar verwoordingen die de luisteraars aanspreken.”

Missionair preken („de Joden een Jood en de Grieken een Griek zijn”) heeft volgens de docent dan ook vooral te maken met het maken van de vertaalslag. „Naar mijn besef moeten de kernnoties van de Bijbel sowieso vertaald worden. Preken is uitleggen en dus altijd vertalen.”

Thema’s die tijdens de studiedagen aan bod komen, zijn onder meer: ”Hoe wordt aansluiting gezocht bij de vragen van de hoorder, binnen en buiten de kerk?”, ”Dienen buitenstaanders voorrang te krijgen?” en ”Hoe kunnen we het hart van de hoorder zoeken en raken?”

Het zijn vragen die bij de deelnemers leven, merkt drs. Van ’t Spijker op. De 24 cursisten komen volgens hem uit de breedte van de Christelijke Gereformeerde Kerken en hebben „veel contact met de samenleving.” Onder hen bevinden zich zowel „gewone gemeentepredikanten” als mensen die hun werk doen op „vooruitgeschoven posten.”

Het aansluiten bij vragen van de hoorder, vindt drs. Van ’t Spijker van wezenlijk belang. Ook hij krijgt genoeg vragen. „Catechisanten zeggen tegen me: „Bewijs nou ’es dat God bestaat?” Een buitenkerkelijke vraagt zich af „waarom het christelijk geloof nou hét geloof is.””

Leerdienst
Zorgt het ingaan op deze vragen niet voor een verschuiving in de preek? Van ’t Spijker: „In onze kerken kennen we de traditie van de leerdienst. Een missionaire preek zou bijvoorbeeld vorm kunnen krijgen in wat je een leerdienst noemt, waarin we heel duidelijk de Schrift kunnen laten spreken met betrekking tot vragen die er leven. Het een hoeft het ander niet te verdringen.

Overigens kun je vragen niet altijd oplossen, kun je niet altijd overtuigen. Onze verantwoordelijkheid is om de Bijbel te openen en vast te houden aan de belofte dat God Zijn Woord wil gebruiken. De preek moet christocentrisch blijven en -om met Paulus te spreken- nergens anders over gaan dan over Christus en Die gekruisigd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer