Een niet eenvoudige klus
Vreemdelingen blijken soms een struikelblok voor een minister. Het Centraal Bureau voor de Statistiek vertelde een week geleden dat Marokkaanse, Antilliaanse, Arubaanse en Surinaamse mannen meer strafbare feiten plegen dan autochtone Nederlanders. Minister Vogelaar nam dat rapport als bewindsvrouwe netjes in ontvangst. Nu ziet ze zich genoodzaakt op te stappen. Een van de tegen haar geuite bezwaren is dat ze te weinig leidinggeeft aan integratie van buitenlanders.
Buitenlanders heten lastig. Een vrouw mag in de moskee niet voorgaan. ’Verlichte’ Nederlanders beschouwen die visie als verachtelijk. Moslims laten zich echter -als dat hun religie aangaat- niet zomaar in de hoek drukken. Is het eerlijk hen eerst binnen de geldende democratie als burger te aanvaarden en ze vervolgens het recht op het in de moskee praktiseren van zekere religieuze gebruiken te ontzeggen? Zodra ze revolutie preken ligt dat natuurlijk anders.Allochtonen roepen irritatie op. De Nederlandse wetten bieden moslims de kans tot het stichten van eigen scholen. Nu blijkt dat het in het islamitisch onderwijs niet goed gaat. Scholen draaien kwalitatief slecht. Het onderwijs blijft bij bijna de helft van die scholen beneden de maat. Dat is vier tot vijf keer zo veel als in de rest van het basisonderwijs. Niemand mag vergeten dat er ook met Nederlandse scholen wel eens iets mis is. Toch leidt de conclusie over islamitische scholen tot ergernis.
Dan blijkt dat degenen die islamitisch onderwijs claimden ook nog eens slordig omgaan met geld. Die omschrijving is uiterst vriendelijk. Het valt toch eigenlijk te typeren als corruptie, als mensen nog op de loonlijst staan die niet meer bij de organisatie werkzaam zijn? Of als het aantal betaalde uren blijkt uitgebreid, zonder dat daar extra prestatie tegenover staat? Is het een wonder dat bij een toenemend aantal Nederlanders de gedacht groeit dat vreemdelingen gemeen zijn?
Kwaad valt niet te verdedigen. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat moslimonderwijs in Nederland kwalitatief ver uitsteekt boven de scholen in het land van herkomst. Wie in Pakistan of Afghanistan in de klas kijkt, ervaart dat het onderwijs er beneden de maat is. Dat beeld brengen buitenlanders mee. Zij moeten zich in feite leren ontworstelen aan het patroon van hun originele cultuur. Dat valt niet mee. Ligt daar niet een stukje werk van een minister voor Integratie?
Zo’n verhaal valt ook te vertellen over het omgaan met financiën. Onzorgvuldig handelen met geld is doorgaans diep geworteld in de cultuur waar allochtonen oorspronkelijk deel van uitmaken. In tal van Aziatische, Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse landen is corruptie aan de orde van de dag. Mensen vinden het abnormaal als iemand er zijn handen niet aan vuil maakt. Ook dat verschijnsel brengen allochtonen mee. Het is gebruikelijk in hun oorspronkelijke cultuur.
Vormt dat alles reden om criminaliteit of sjoemelen met geld te vergoelijken? Neen. Van de lastige categorie van allochtonen valt te verwachten dat ze zich aanpast aan de Nederlandse cultuur. Integratie is een must. Hoewel er binnen het bestaande bestel enige ruimte dient te blijven voor godsdienstige principes. Zoals deze ruimte hier al eeuwenlang -soms meer, soms minder- bestaat. Als mensen weigeren zich in maatschappelijk opzicht aan te passen, heeft dat consequenties.
Minister Vogelaar stapt op. Een van de redenen was dat ze te weinig leidinggaf aan integratie. Heeft de PvdA haar daar voldoende inzicht voor aangereikt? Of is de minister ook een beetje slachtoffer van het feit dat Nederlanders eigenlijk geen vaste koers hebben uitgezet ten aanzien van allochtonen? Ondertussen circuleert de naam van de Amsterdamse advocaat E. van der Laan als opvolger van Vogelaar. Het bevorderen van echte integratie is een niet eenvoudige klus.