Dat maakte de gemeente donderdag bekend.De schat telt 109 munten, waaronder 39 goudstukken toegeschreven aan de stam van de Eburonen en 70 zilveren zogenoemde regenboogschoteltjes, afkomstig van andere stammen uit het Rijngebied. De vondst is de eerste Keltische goudschat van Nederlandse bodem en heeft een grote cultuurhistorische en wetenschappelijke betekenis.

De muntschat is destijds begraven in een ongeveer 65 centimeter diepe kuil in een maisveld. Een inwoner van Maastricht ontdekte de munten met zijn metaaldetector.

De munten dateren uit de tijd dat de Romeinse veldheer Julius Caesar in het gebied strijd leverde met de toenmalige bewoners, de Eburonen, die toen in de regio rond Maastricht en het Belgische Tongeren woonden. Zij verzetten zich hevig tegen Caesars veroveringstochten. In hun strijd tegen de Romeinen, rond 54 voor Christus, zochten ze bondgenoten bij Germaanse stammen uit het Rijngebied. Julius Caesar vermeldt dat ook in zijn boek ”De Bello Gallico”. Uiteindelijk heeft Caesar de Eburonen volledig vernietigd, wat volgens hoogleraar archeologie Nico Roymans van de Vrije Universiteit Amsterdam een vorm van genocide was.

Met munten werden in die dagen bondgenootschappen ”gekocht”; ze golden als gift voor leiders om aanhang te krijgen, aldus Roymans. De munten zijn waarschijnlijk tijdens een vlucht uit veiligheidsoverwegingen begraven door een edelman. Ruim twee millennia later kwamen enkele munten omhoog toen een boer zijn akker in Amby diep ploegde.

De verzameling munten is komend weekeinde onder zware bewaking te bezichtigen in Centre Ceramique te Maastricht.