„Moskeebestuur moet vrouw toelaten”
Het is van belang dat moskeebesturen vrouwen „tot hun gelederen toelaten” en verjongen. Moskeeën moeten toegankelijker worden voor moslimjongeren.
Die aanbevelingen doen het Verwey-Jonker Instituut (een onderzoeksorganisatie op het terrein van maatschappelijke vraagstukken)
en Forum (Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling) in een donderdag gepresenteerd rapport over moslimjongeren. Het onderzoek ”Jongeren en hun Islam” richt zich op islamitische jongeren uit met name het stadsdeel Amsterdam-Slotervaart.„De pedagogiek in de moskeelessen voor jonge kinderen is voor verbetering vatbaar”, schrijven de onderzoekers. „Geen fysieke straf en een minder autoritaire houding. Minder stampen en meer uitleg over en communicatie over en weer over het geloof.”
De moskee dient ook toegankelijk te worden voor meisjes. Er zou een apart spreekuur kunnen komen en een imama of een vrouwelijke deskundige kunnen worden ingezet.
Moslimjongeren vinden het moeilijk deel te nemen aan de Nederlandse samenleving, zo blijkt uit het onderzoek.
Uit het onderzoek blijkt dat vooral Marrokkaanse jongeren participatie in onze maatschappij als een zware opgave zien. In hun ervaring is er geen ruimte voor ’hun’ islam. Ze stellen trucjes te moeten toepassen om in de samenleving te kunnen doen wat zij als moslim belangrijk vinden. Dan gaat het bijvoorbeeld om stiekem bidden tijdens de pauze van opleiding of werk.
Islamitische jongeren ervaren te weinig steun. Niet alleen ervaren ze vanuit hun gezin te weinig bijstand, ook vanuit de moskee komt er onvoldoende steun. Leeftijdgenoten en internet vormen nu het voornaamste houvast.
Met name jonge Marokkaanse vrouwen die de islam strikter praktiseren en zich ook bedekter kleden, ervaren het leven als moslima als een relatief zware opgave. Ze voelen zich anders behandeld en onbegrepen. Ze zien hun kansen op de arbeidsmarkt somber in.
De jongeren lijden onder de negatieve berichtgeving over de islam en hebben het gevoel niet als volwaardig burger te worden geaccepteerd. Volgens deze jongeren ontstaat de negatieve berichtgeving over de islam vooral uit gebrek aan contact tussen niet-moslims en moslims.
Om de jongeren te helpen zich beter thuis te voelen in Nederland is volgens de onderzoekers zowel een beweging van ”onderaf” als van ”bovenaf” nodig. Van onderaf gaat het om het aflegggen van de slachtofferol en om toenemend initiatief van jongeren zelf. Van bovenaf gaat het om toenemende openheid van moskees en het verbeteren van maatschappelijke voorzieningen. „Waarom bijvoorbeeld geen vak islam of Arabisch op een school voor voortgezet onderwijs die tachtig procent moslimleerlingen telt?”, vragen de onderzoekers zich af.
De scheiding tussen kerk en staat kan een sta-in-de-weg voor de integratie, vinden de onderzoekers. „Als bijvoorbeeld een groep jongeren een religieuze lezing wil organiseren in een buurtcentrum, is vaak de eerste reactie dat dit niet mogelijk is vanwege de scheiding tussen kerk en staat.”
De opstellers van het rapport vinden dat er „enige ruimte” zou kunnen zijn voor „religieuze expressie” in bijvoorbeeld een regulier buurthuis. Ze stellen „dat individuen en groepen het recht hebben vanuit hun eigen levensbeschouwing of religie te handelen en te spreken, ook in de publieke sfeer.”
Opvoedingsondersteuning van ouders van moslimjongeren is gewenst, vinden de onderzoekers. „Opdat zij beter kunnen communiceren, ook over het geloof.”