De punten van de preek
„Dames en heren, ik heb al jong geleerd dat een goede preek drie punten heeft. Die gereformeerde eigenheid moet u mij maar vergeven.” Met deze woorden begon minister-president mr. dr. J. P. Balkenende op 9 december 2002 een toespraak op een CDA-manifestatie in Groningen.
Was dat gezegde maar waar. Dat zou betekenen dat elke preek met drie punten goed is en een preek met twee of vier of meer of zelfs ook zonder punten niet zou deugen. Toen dr. H. F. Kohlbrugge op 29 juni 1856 in de Hervormde kerk te Vianen preekte, was zijn sermoen in zeven punten onderverdeeld. Die preek duurde dan ook twee uur.Men was zo onder de indruk, dat hij op 21 september opnieuw op de Vianense preekstoel mocht staan. Er was zo veel van de preek -en van de prediker- uitgegaan, dat de opkomst verbazend groot was en dat in deze dienst ook luthersen, remonstranten, roomsen en joden te vinden waren.
Waar komt de indeling in punten vandaan, wie is daarmee begonnen? Na twee avonden zoeken en lezen bleef de vraag onbeantwoord. Stellig zal ik op de verkeerde plaats hebben gezocht. Wellicht geeft het boek van J. Hartog ”Geschiedenis van de predikkunde” antwoord. Dat moet ergens in mijn bibliotheek te vinden zijn. Maar zelfs dat zoeken werd niet beloond.
Ongetwijfeld zijn er lezers die het antwoord kunnen geven. Hier en daar zijn merkwaardige verklaringen gegeven: de drie punten zouden terugverwijzen naar de driedeling ellende, verlossing en dankbaarheid. Of vindt het gebruik zijn oorsprong in het gezegde: ”Alle goede dingen bestaan uit drie”?
Het getal drie heeft iets. De driekante steek, de Drie Formulieren van Enigheid, in Genesis 15:9 is sprake van een driejarige vaars, geit en ram, en wie kent niet het drievoudige snoer dat niet haast gebroken wordt?
Veerman
Ds. Hadrianus Visscherus maakte in elk geval al gebruik van punten in zijn ”Feest-Predicatien” uit 1667. Daarin zijn preken opgenomen met de befaamde driedeling. Ook ds. Jacobus Borstius paste dit gebruik toe in zijn bundel ”Vijftien Predicatien” uit 1696. Evenals ds. Johannes van der Kemp in zijn verklaring over de Heidelbergse Catechismus. Zondag 25 werd door hem ontleed in twee punten, en vervolgd door drie punten en nog eens drie punten, en ten slotte volgde nog een onderverdeling in vijf punten. De zondag daaropvolgend onderscheidde de Dirkslandse predikant vijf punten, met onderverdelingen in vier en nog eens vijf punten.
De confessioneel-hervormde oud-minister van Landbouw, dr. ir. C. P. Veerman, hield in januari 2008 een lezing over christelijk rentmeesterschap. Dat was het thema, dat vervolgens aan de hand van Genesis 1:28 werd uitgewerkt in drie punten: 1. De gegeven opdracht, 2. De geschonken aarde en 3. De onvervulde plicht.
Regelmatig worden de punten herkenbaar gemaakt door op elkaar lijkende woorden, door alliteratie of door woorden die rijmen. Ds. M. van Campen hield op 17 februari 2008 in Rotterdam-Zuid een preek over Psalm 139. Het thema was: ”Een hemelse biologieles”, en de punten waren: 1. Gods alwetendheid, 2. Gods alomtegenwoordigheid en 3. Gods almacht.
Ds. J. J. van Oosterzee (1817-1882) had eveneens de gewoonte om zijn preken in drie punten te verdelen. Dat lag gemakkelijk in het gehoor. Maar elk punt werd weer in drie punten onderverdeeld. Dat maakte het wat ingewikkeld voor de doorsneekerkganger.
Deze predikant had overigens de gewoonte om steeds zulke driedelingen te gebruiken, ook als hij niet op de preekstoel stond. In 1863 hield hij in Den Haag een toespraak bij de eerste steenlegging van een monument. En jawel… drie punten.
Toen Nicolaas Beets tot hoogleraar werd benoemd, stuurde Van Oosterzee hem een felicitatietelegram met slechts drie woorden: „Verbaasd, verrast, verblijd!”
Rijm
Enkele weken geleden hoorde ik een preek over Kolossensen 1:10. Het thema was ”Een boom geplant aan waterbeken” en de onderverdeling was: 1. Een gewenste snoei, 2. Een gezegende bloei en 3. Een geestelijke groei. Zulke „punten op rijm” liggen goed in het gehoor en zijn: 1. Gemakkelijk te volgen, 2. Eenvoudig te onthouden en 3. Nodigend tot herkauwen.
Soms zijn de punten heel eenvoudig, zoals de christelijke gereformeerde ds. J. Rebel in 1964 in Rotterdam-Centrum eens afkondigde, toen hij preekte over de verloren penning. Die was ten eerste verloren, ten tweede gezocht en ten derde gevonden.
Zijn collega ds. P. de Groot sprak in dezelfde gemeente over Naomi, Ruth en Orpa. Naomi zette haar twee schoondochters voor de keus. Het thema luidde: ”Ga terug naar uw geboorteland”. Twee punten: ten eerste: ja, ten tweede: nee.
Ds. J. Koster, die het laatst de gereformeerde gemeente te Urk diende, onderscheidde in een preek over de weduwe uit 2 Koningen 4 drie hoofdgedachten: haar ellende, haar verlossing en haar dankbaarheid. En in een preek over Openbaring 3:18, de markt van vrije genade, bepaalde hij zijn hoorders bij het marktterrein, de Koopman, de koopwaar, de kopers en de prijs.
Station
In een preek van een anonieme voorganger las ik: „Ik preek graag in drie punten. Niet dat ik nou zo een ouderwetse dominee ben. Maar de ervaring leert toch dat mensen het dan wat makkelijker kunnen volgen. Want als u per ongeluk eens even afdwaalt met uw gedachten, dan bied ik u met die drie punten tijdens de preek nog weer twee opvolgende stations aan om weer in te stappen. (…) Nu gaan we van het eerste naar het tweede station. Op het tweede station staan we stil bij de woorden van Paulus uit Romeinen 8.”
Toen ds. L. H. van der Meiden in 1937 zijn 25-jarig ambtsjubileum als christelijk gereformeerd predikant herdacht, deed hij dat met een preek over 1 Korinthe 15:10a. Het thema: ”Paulus’ genaderoem in ambtelijk leven.” 1. Om de weldaad, welke hij niet vergeten kon, 2. Om de kracht, welke hij niet ontberen kon, 3. Om de lof, welke hij niet verzwijgen kon.
Zo zouden we heel wat afleveringen over dit onderwerp in deze rubriek kunnen vullen. Een aantal preken van ds. W. C. Lamain doet het zelfs zonder puntenverdeling. Andere preken van deze predikant hebben er zes of zeven. Wat heeft de voorkeur? We zullen er maar geen punt van maken en er een punt achter zetten.