M. kwam begin dit jaar in beeld als verdachte nadat zijn DNA overeen bleek te komen met sporen die in 2006 werden aangetroffen. De zoon prikte de dader van de schietpartij met een vinger in diens oog en dat materiaal is achteraf veiliggesteld.De aanleiding voor de schietpartij is onduidelijk. De dader zei bij binnenkomst dat het om een overval ging, maar hij liep direct op de ondernemer af en vuurde zes schoten op hem af. Drie kogels belandden in het onderlichaam van het slachtoffer. Daarna probeerde de zoon de schutter te overmeesteren, maar hij werd in zijn schouder geschoten. Het slachtoffer overleefde. Hij was bij de rechtszitting aanwezig.

Voor aanklaagster Oosterveld stond vast dat M. de dader is. Volgens haar laten twee verschillende DNA–onderzoeken geen ruimte voor twijfel. Daarnaast heeft de zoon van de ondernemer de verdachte bij een fotoconfrontatie aangewezen als schutter.

M. bestreed echter met klem dat hij de dader is geweest. Hij kon niet verklaren hoe zijn DNA op de vinger van de zoon is gekomen. Zijn raadsman, Tim de Bont, sloot niet uit dat de dader een familielid is van de verdachte of diens kleren heeft gedragen.

Volgens de advocaat mogen de DNA–onderzoeken bovendien niet als bewijs worden gebruikt, omdat de politie de geldende regels voor het veilig stellen van materiaal heeft geschonden. De Bont hield de rechtbank voor dat er in deze zaak ook op ander terrein grote fouten zijn gemaakt en dat M. daarom moet worden vrijgesproken.

De uitspraak is 26 november.