Eerdere pogingen tot ontwapening strandden. Dostum en Mohammed kwamen op 28 oktober overeen hun troepen te ontwapenen in Shulgara, een bekende bron van onrust, 50 kilometer ten zuidwesten van Mazar-e-Sharif. Het was de bedoeling dat daarna in steeds wijdere kring rond Shulgara de wapens zouden worden neergelegd. De partijen in Shulgara leverden echter hooguit 10 procent van hun wapens in, waarmee het ontwapeningsproces voortijdig werd beëindigd.

De ontmoeting in Mazar-e-Sharif werd bijgewoond door vertegenwoordigers van vier milities, naast die van Dostum en Mohammed ook van twee minderheidsgroepen van sjiitische Hazaren.

De speciale gezant van de Verenigde Naties voor Afghanistan, Manoel Almeida e Silva, uitte voor de bijeenkomst kritiek op het trage tempo van de ontwapening. Almeida e Silva zei dat sinds verleden maand in Shulgara ongeveer 410 kalasjnikovs, wat artillerie en ten minste één tank waren verzameld.

In Shulgara is het afgelopen jaar minstens twaalf keer gevochten. De jongste incidenten deden zich maandag en dinsdag voor in Maqsood, een aantal dorpen in de provincie Samangan. Daarbij vielen twee doden.

In Kabul en omgeving wordt de orde gehandhaafd door de internationale vredesmacht ISAF, maar in het noorden van Afghanistan en ook elders in het land zijn krijgsheren oppermachtig. Het Amerikaanse Bureau voor Internationale Ontwikkeling schortte in juli de programma’s rond Mazar-e-Sharif op nadat in juni verscheidene hulpmedewerkers waren aangevallen. Het bureau heeft gezegd alleen te willen terugkeren als de daders worden bestraft. Tot dusver is nog niemand vervolgd.