Raad van State kraakt onderzoek mosselzaad
De Raad van State heeft maandag onderzoeksmethoden gekraakt van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Dat gebeurde tijdens een rechtszaak over het uitzaaien van Brits en Iers mossel- en oesterzaad in de Oosterschelde.
Volgens staatsraad M. Simons-Vinckx is het vreemd dat het ministerie van LNV zo weinig onderzoek heeft gedaan naar de risico’s van het uitzaaien van buitenlands mossel- en oesterzaad voor inheemse soorten in de Oosterschelde.In de rechtszaak speelde het beruchte kokkelvisarrest een grote rol. Een paar jaar geleden verbood de Raad van State het mechanisch vissen op schelpdieren in de Waddenzee. De reden was dat LNV en de kokkelvissers onvoldoende onderzoek hadden gedaan naar de eventuele negatieve effecten op natuurgebied de Waddenzee.
Maandag behandelde de Raad van State het beroep van Stichting Faunabescherming tegen de aan de Importeurs van Schelpdieren verleende natuurbeschermingswetvergunning. Ook in deze zaak lijkt het onderzoek naar eventuele „significante” effecten van het uitzaaien van zaad tekort te schieten.
Zo bleek tijdens de zitting dat LNV de Britse en de Ierse wateren als één geheel ziet waar ongeveer dezelfde omstandigheden gelden. Van de twaalf aangewezen plekken waar zaad wordt gewonnen, onderzocht onderzoeksbureau Imares er acht. De minister keurde alleen het Theemsbekken af, omdat daar een slakkensoort voorkomt die het ecosysteem in de Oosterschelde kan bedreigen.
Staatsraad Simons wilde gisteren van woordvoerder J. Nagel van LNV weten waarom de overige vier gebieden niet zijn onderzocht. Woordvoerder Nagel kon het niet goed uitleggen. „We gaan het opvissen en uitzaaien van het mossel- en oesterzaad wel monitoren. Als we merken dat er iets niet goed gaat, trekken we de vergunning in.” De staatsraad was daar kritisch over. „Dan kan het wel eens te laat blijken. Bij de invasie van de Japanse oester is gebleken dat soorten bijna niet meer zijn uit te roeien als ze zich eenmaal gevestigd hebben. Bovendien eisen de Europese richtlijnen een passende beoordeling vooraf.”
LNV kwam verder in het nauw toen Nagel moest erkennen dat er geen onderzoek is gedaan naar eventuele schadelijke micro-organismen. Staatsraad Simons citeerde bovendien een schrijven van onderzoeksbureau Imares dat het te weinig tijd had gehad om goed onderzoek te doen. Verder zou de bemonstering te wensen overlaten. De monsters die uit de verschillende Britse en Ierse winplekken werden genomen zijn niet representatief, waardoor de uitkomsten van het onderzoek op zijn minst twijfelachtig zijn.
Het is voor de zoveelste keer dat LNV kritiek krijgt van de Raad van State omdat het heeft verzuimd degelijk onderzoek te laten doen. De mosselzaadimporteurs kunnen alleen nog hopen dat de Raad van State bezwaarmaker Faunabescherming, net als een reeks andere milieuclubs eerder, niet-ontvankelijk verklaart. De kans daarop lijkt niet zo groot, omdat Faunabescherming meer doet dan alleen bij de rechter procederen.
Uitspraak volgt over enkele weken.