Algemene Rekenkamer vist achter het net
Het Nederlandse visserijbeleid niet streng genoeg en de natuur wordt daarvan de dupe, vindt de Algemene Rekenkamer (RD van 30 oktober). Volgens Cornelis Visser lijken de echte feiten -in ieder geval wat de kabeljauw betreft- aan de Rekenkamer voorbij te gaan.
In Nederland, maar ook elders in Europa, werd onlangs de huidige vissituatie weer breed uitgemeten in de media. Zo uitte de Algemene Rekenkamer felle kritiek en haalde hard uit naar het Europese en Nederlandse visserijbeleid.Volgens de onderzoekers zou Europa niet hebben kunnen voorkomen dat bepaalde vissoorten, zoals de kabeljauw, steeds meer in de verdrukking komen. Het vangstquotabeleid zou onvoldoende werken door de nadruk op economische belangen, aldus de Rekenkamer.
Een opvallende reactie, die direct mijn aandacht trok en tegelijkertijd voor grote verbazing zorgde. Vooral omdat de Rekenkamer Europa hiermee indirect verwijt dat het niet goed en adequaat optreedt.
Deze kritiek moet gelijk weerlegd worden en dit kan met het voorbeeld van de kabeljauw. Recent heeft een overtuigende meerderheid in het Europees Parlement namelijk haar steun uitgesproken voor een verder herstel van de kabeljauwbestanden in Europa.
Het klopt dat de laatste decennia de stand van de kabeljauw drastisch verslechterd is en dit is zeker een zorgelijke constatering. Echter, om te roepen dat Europa, ondanks steeds strengere vangstbeperkingen, geen resultaat behaalt is in het geval van de kabeljauw absoluut niet terecht. De Algemene Rekenkamer slaat hier de plank dus mis.
Sinds 2004 werkt de Europese Unie namelijk al aan het herstel van de kabeljauwbestanden in Europa. De voorgestelde maatregelen hebben een aantal jaar de tijd nodig gehad om resultaat te laten zien, maar sinds anderhalf jaar is er een opmerkelijk herstel zichtbaar in de Noordzee. Vissers, ook van Nederlandse bodem, weten zich soms zelfs geen raad met de bijvangst van deze vissoort.
Koning van de Noordzee
Echter, na onderzoek werd ook duidelijk dat de genomen maatregelen niet praktisch genoeg waren om de kabeljauwstand blijvend te herstellen. Er zijn meerdere redenen aan te dragen voor het achterblijven van het gewenste resultaat, maar een van de belangrijkste oorzaken is de complexiteit van de regels. Dit leidde tot verschil in interpretatie bij zowel de vissers als de controleurs.
De Europese Commissie heeft daarom een voorstel gemaakt voor verdere maatregelen om de kabeljauw in de Europese wateren blijvend te waarborgen en het Europees Parlement heeft dit plan aanvaard. Het herziene herstelplan bevat ook een vereenvoudiging van de regels en dat is goed nieuws, ook voor de Nederlandse visserij.
Kortom; de echte feiten over de huidige stand van zaken van de kabeljauw lijken aan de Algemene Rekenkamer voorbijgegaan te zijn. De kabeljauw is immers nog steeds de koning van de Noordzee en Europa zet zich samen met de visserijsector en nationale overheden in voor een blijvend herstel van de kabeljauwbestanden.
De auteur is Europarlementariër voor het CDA en lid van de commissie visserij van het Europees Parlement.